nl Reiniging en onderhoud
Neem de volgende informatie in acht
om ervoor te zorgen dat dooiwater
kan weglopen en geurvorming wordt
vermeden:
→ "De dooiwatergoot en het afvoer-
gat reinigen.", Pagina 69.
Reiniging en onderhoud
12 Reiniging en onder-
houd
Reinig en onderhoud uw apparaat
Reiniging en onderhoud
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
De reiniging van ontoegankelijke
plaatsen moet door de servicedienst
worden uitgevoerd. Aan de reiniging
door de servicedienst kunnen kosten
verbonden zijn.
12.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 66
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Haal alle flessen eruit en bewaar
3.
deze op een koele plaats.
Verwijder alle uitrustingsdelen en
4.
accessoires uit het apparaat.
→ Pagina 69
12.2 Apparaat schoonmaken
WAARSCHUWING
Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken.
Geen stoomreiniger of hogedruk-
▶
reiniger gebruiken om het appa-
raat te reinigen.
68
Vloeistof in de verlichting of in de be-
dieningselementen kan gevaarlijk
zijn.
Het afwaswater mag niet in de ver-
▶
lichting of in de bedieningselemen-
ten terechtkomen.
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen kun-
nen de oppervlakken van het appa-
raat beschadigen.
Geen harde schuur- of afwas-
▶
sponsjes gebruiken.
Geen scherpe of schurende reini-
▶
gingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende reini-
▶
gingsmiddelen gebruiken.
Wanneer vloeistof in het afvoergat
komt, kan de verdampingsschaal
overstromen.
Het sop mag niet in het afvoergat
▶
komen.
Wanneer u uitrustingsdelen en acces-
soires in de vaatwasser reinigt, kun-
nen deze vervormen of verkleuren.
Nooit uitrustingsdelen en accessoi-
▶
res in de vaatwasser reinigen.
Apparaat voorbereiden voor reini-
1.
ging. → Pagina 68
Het apparaat, de uitrustingsdelen,
2.
de accessoires en de deurafdich-
tingen met een vaatdoek, lauw wa-
ter en een beetje pH-neutraal af-
wasmiddel reinigen.
Met een zachte, droge doek gron-
3.
dig nadrogen.
De uitrustingsdelen plaatsen.
4.
Het apparaat elektrisch aansluiten.
5.