ze dan voorzichtig heen en weer om
ze terug voorwaarts te laten
bewegen.
•
Voorhet voorbereiden van
zaaibedden raden we aan om één
van de freespatornen van fig 5 te
gebruiken.
•
Freespatroon A : ga twee keer over
het te frezen gebied, de tweede keer
in de richting haak s op die van de
eerste keer.
•
Freespatroon B : ga twee keer over
het te frezen gebied, op een
overlappende manier.
•
Wees voorzichtig bij het
achteruitlopen terwijl u aan de frees
trekt om struikelen te voorkomen.
•
Laat altijd de messen op hun
topsnelheid draaien, zorgen ervoor
dat u het toestel niet overbelast.
•
Beweeg de frees nooit over een
verlengkabel, zorg ervoor dat de
verlengkabel zich altijd op een
stevige en veilige afstand achter u
bevindt.
•
Sta bij het werken op een helling
altijd diagonaal t.o.v. de helling en
neem een stevige en veilige
lichaamspositie aan. Werk niet op
zeer steile hellingen.
TRANSPORT
•
Zet de moto raf voor u het toestel
verplaatst.
•
De messen en het toestel kunnen
worden beschadigd zelfs als u de
motor hebt afgezet. Bijvoorbeeld
door het slepen over een harde
ondergrond.
•
Vermijd dat de messen de grond
raken door het toestel aan zijn
handvat te dragen.
•
Vreemde objecten van de messen
losmaken.
•
Tijdens het gebruik kan een stuk
steen of wortel verstrikt raken in de
messen, lang gras, of hooi kan rond
de as van de messen gedraaid
raken.
•
Laat de hendelschakelaar los om de
messen te reinigen.
•
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak de vreemde objecten los of
verwijder ze van de messen of van
de as van de messen.
•
Om gemakkelijk lang gras of hooi te
verwijderen dat rond de as van de
messen is gedraaid kunt u één of
meerdere messen van de as
verwijderen.
ONDERHOUD EN BEWARING
•
Haal de elektriciteitsvoorziening los door
de stekker uit de verlengkabel te trekken
voor u onderhoudswerken uitvoert.
Telkens voor het toestel wordt gebruikt :
•
Controleer de verbindingskabel op
tekenen van beschadiging of
veroudering. Vervang de kabel als hij
scheurtjes vertoont, gespleten is of op
een andere manier schade vertoont.
•
Controleer de staat van de snijcilinder
en zorg ervoor dat alle
schroefverbindingen stevig zijn
aangedraaid.
•
Breng de messen als ze stomp zijn naar
een gespecialiseerd werkhuis voor
herstelling.
Eens per seizoen :
•
Smees de messen en de as.
•
Laat op het einde van het seizoen het
apparaat controleren en herstellen door
een gespecialiseerde werkplaats.
REINIGING EN ONDERHOUD
•
Opgelet, reinig het toestel na elk
gebruik.
•
Het niet goed reinigen kan leiden tot
schade aan het apparaat of het slecht
werken ervan.
•
Waarschuwing ! Bij het werken aan de
messen kunt u zich verwonden, draag
beschermende handschoenen.
•
Reinig indien mogelijk het toestel
onmiddelijk nadat u gedaan heeft met
het werken aan het veld.
•
Reinig de onderkant van de behuizing
rond de messen, de beschermkap en de
bodemplaat met een borstel en een
schuurborstel of een zachte vochtige
doek gedrenkt in een sopje van milde
zeep.
•
Nooit nat spuiten met water.
•
Gebruik een harde borstel of een
vochtige doek om grondresten en vul
van de messen en de aandrijving te
verwijderen.
•
Reinig de ventilator en verwijder gras-en
vuilresten.
•
Draag na het reinigen de messen en de
as af en voorzie ze van een licht laagje
olie.
•
Versleten messen leiden tot slechtere
prestaties en tot een overbelaste motor.
•
Controleer de toestand van de messen