a) Maak het zeefdeksel los en neem het weg.
b) Verwijder de zeefkorf.
c) Til op met de 'C'-clip op de zeef en verwijder.
d) Schuif de zeefkast naar voren en verwijder ze.
3.
Druk op de standenknop die op het pomphuis zit, en draai de afvoeropening in de gewenste stand
OPMERKING:
De afvoeropening kan slechts een kwartdraai draaien
4.
Assembleer de pomp door bovenstaande instructies omgekeerd uit te voeren.
BELANGRIJK : Voordat men de motor definitief aansluit, de draaizin controleren.
START EN AANZUIGVOORSCHRIFTEN
Het lichaam van de voorfilter tot aan het peil van de aanzuigpijp met water vullen. De pomp nooit zonder
water laten lopen, daar het water nodig is voor de koeling en de smering van de mechanische sluiter. Alle
kleppen van de aanzuigen afvoerleidingen openen, evenals de ontluchting van de filter indien die voorzien
is. (AI de lucht moet uit de aanzuigleidingen verwijderd worden). De pomp starten en een redelijke tijd wach-
ten alvorens aan te zuigen. Vijf minuten is geen overmatige tijdspanne voor het aanzuigen (dit aanzuigen
hangt af van de aanzuighoogte en de lengte van de aanzuigleiding). Indien de pomp niet start of niet aan-
zuigt, zie de gids voor het verhelpen van storingen.
ONDERHOUD
1.
Regelmatig de korf van de voorfilter reinigen, niet tegen de korf kloppen om hem te reinigen. De dich-
ting van het voor filterdeksel controleren en indien nodig vervangen.
2.
De motoras loopt op zelfsmerende lagers die verder geen smering hoeven.
3.
De motor net en droog houden en er voor zorgen dat de ventilatieopeningen niet verstopt zijn.
4.
De mechanische sluiter kan soms een lek gaan vertonen en moet dan vervangen worden. De voor-
schriften voor deze vervanging volgen.
OVERWINTEREN
1.
De pomp leegmaken door alle leegmaakdoppen te verwijderen. De doppen in de korf van de voorfilter
opbergen.
2.
De pomp afkoppelen, de koppelingen van de leidingen verwijderen en de volledige pomp op een droge
en geventileerde plaats opslaan of minstens de volgende voorzorgen nemen: de pomp afkoppelen, de vier
schroeven verwijderen die de pomp aan de motordrager bevestigen en het geheel op een droge en geven-
tileerde plaats bewaren. Daarna het pomplichaam en de voorfilter beschermen door ze af te dekken.
AANMERKING : Voordat men de pomp terug in werking stelt, alle inwendige delen reinigen, stof, ketelsteen
ed. verwijderen.
MOGELIJKE STORINGEN EN OPLOSSINGEN
A) De motor start niet :
1.
De elektrische aansluitingen, de schakelaars of relais, de onderbrekers of zekeringen controleren.
2.
Met de hand controleren of de motor vrij kan draaien.
B) De motor valt stil :
1.
De kabels, aansluitingen, relais enz. controleren
2.
Controleren of eraan de motor spanningsverval optreedt (vaak veroorzaakt door te lichte kabels)
3.
Controleren of er niets blokkeert en of er geen overbelasting is (door het aflezen van de opgenomen
stroom).
AANMERKING: Eenfasige motoren
De motor van uw pomp is uitgerust met een thermische beveiliging die bij overbelasting automatisch de
stroom afsluit om te voorkomen dat de motor verbrandt. Dit uitschakelen wordt veroorzaakt door abnormale
gebruiksvoorwaarden die dienen gecontroleerd te worden. Zodra de normale gebruiksvoorwaarden weer
bereikt zijn, zal de motor automatisch opnieuw aanslaan. Dit geldt slechts voor eenfasige motoren.
Driefasige motoren moeten aangesloten worden via een onderbreker, die bij overbelasting terug moet inges-
chakeld worden.
C. De motor gromt, maar start niet : Kijken of er geen fase onderbroken is, of de condensator niet door-
geslagen is.
D. De pomp zuigt niet aan:
1.
Controleren of het lichaam van de voorfilter wel degelijk met water gevuld is, of de dichting van het dek-
sel net is en goed aangebracht werd, en of er nergens lucht kan binnendringen. Indien nodig, de beves-
tigingsschroeven van het deksel aanspannen.
2.
Controleren of alle aanzuigen afvoerkleppen open en niet verstopt zijn, en of alle aanzuigmonden van
het zwembad volledig onder het waterpeil liggen.
3.
Controleren of de pomp zuigt door de aanzuiging zo dicht mogelijk bij de pomp los te maken.
a) indien de pomp niet aanzuigt, niettegenstaande voldoende vullen met aanzuigwater:
1.
De schroeven en leidingtoebehoren aan de aanzuigkant aanspannen.
2.
De spanning controleren, om zekere te zijn dat de pomp tegen de goede snelheid draait.
18