Sensoren instellen
DASHBOARD
11:31
A
362
90
23.2
SWITCH->MENU
HOLD 3
Druk 3
seconden
INT
Druk op de •
[ENTER]-knop & houdt 3
sec. ingedrukt om naar
Menu te gaan.
INTERVALLEN
Intervallen zijn nuttig om ritgegevens van een bepaald ritonderdeel te bekijken, zoals een heuvel of andere heel intense ritmomenten.
RITMODUS
11:31
A
362
Volledige rit
PAAR NABIJHEID
!
Paart apparaten dicht bij sensor eerst. Houd Joule binnen 12" van
BELANGRIJK
PowerTap centrum vast wanneer in de aanwezigheid van andere
sensoren.
MENU>SENSOR
3 oF 6
MENU: SENSOR
Druk op •
INT
[ENTER] om naar
het submenu te
2 keer
gaan van gelijk
welke sensor.
Druk nog tweemaal
op de + [Plus]-knop
om naar het menu
Sensor te gaan.
Indrukken en ingedrukt
houden. 3 seconden om naar
Intervalmodus te gaan
INT
SENSOR SUBMENU
1 oF 5
Fiets zoeken
BIKE1: FIND
Druk 1 keer om verder te gaan.
2 oF 5
BIKE1: PAIR
Koppelen
Druk •
op gelijk welke optie:
3 oF 5
Terug naar 0
BIKE1: ZERO
Wielomtrek
4 oF 5
BIKE1: WHEEL
Terug naar Menu
5 oF 5
back ->menu
INTERVALMODUS
11:31
INTERVAL 1
FIND
•
Druk 1 keer om terug te keren
PAIR all
pair: power
pair: h-r
pair: cadence
pair: speed
Re-zero?
•
set circumf
<-
+>
Druk op + of - voor
uw omtrek, en
druk
•
back ->menu
•
Geeft gegevens weer van het huidige interval
2
A
INT
362
INT
TOT 99 INTERVALLEN
12" or 30cm
Andere sensoren
Resultaat
Vindt gekoppelde
sensors.
Koppelt alle sensors.
Koppelt de vermogensensor.
Koppelt de hartslagsensor.
Koppelt de cadanssensor.
Koppelt de snelheidsensor.
Voert een manuele
'terug naar 0' uit.
Geef de omtrek van
uw wiel in.
Keer terug naar het
hoofdmenu.
Indrukken en ingedrukt
houden. 3 seconden om
naar Ritmodus terug te
keren.
INTERVAL 2