Machine In- En Uitschakelen; Zagen - Gamma MLT-300 Mode D'emploi Original

Kort na de werkzaamheden kan het
inzetgereedschap zéér heet zijn. Laat
een heet stuk inzetgereedschap afkoelen.
Reinig een heet stuk inzetgereedschap
nooit met brandbare vloeistoffen.

4.1 Machine in- en uitschakelen

Zie fig. .
E
• Inschakelen: Druk de Aan/Uit-schake-
3
laar naar voren richting 0, 1 wordt
zichtbaar.
• Uitschakelen: Druk de Aan/Uit-scha-
3
kelaar naar achteren richting 1, 0
wordt zichtbaar.
• Snelheid instellen: Snelheidsregelaar
8 op benodigde stand zetten. Met de
snelheidsregelaar kunt u het aantal
trilbewegingen van de machine
regelen. U kunt de snelheid aanpassen
terwijl de machine is ingeschakeld.
• De snelheid die nodig is, is afhankelijk
van het materiaal en de werkomstandig-
heden.

4.2 Zagen

Houd het te bewerken werkstuk nooit in
de hand, op de schoot of tegen andere
delen van het lichaam. Klem het werk-
stuk altijd vast in bijvoorbeeld een
bankschroef. Bewerk geen werkstukken
die te klein zijn om vast te klemmen.
Gebruik uitsluitend zaagbladen die
geschikt zijn voor het te bewerken
materiaal. Zaag altijd met slechts weinig
krachtsinspanning hanteren.
Als algemene richtlijn voor de juiste
snelheid geldt:
• laag toerental: staal, zachte materialen
• middelmatig toerental: hardhout,
plastic, perspex, non-ferro metalen
• hoog toerental: zacht hout, multiplex
NL - Originele gebruiksaanwijzing
LET OP!
Gevaar voor
letsel!
Typisch gebruik: Zagen van dunne platen
en houten en kunststof onderdelen.
Het zaagblad zal een langere levensduur
hebben als het gelijkmatig afslijt. Daartoe
het zaagblad loszetten, met 30° verder
draaien en weer vastklemmen.
Werkwijze:
• Plaats een zaagblad op de machine.
(zie paragraaf 3.2).
Houd de machine altijd met 2 handen
vast. Zodra het werkstuk is doorge-
zaagd of is gesneden kan de machine,
door de kracht die u erop uitoefent,
doorschieten.
• Zet het te zagen of te snijden werkstuk
goed vast, bij voorkeur in een vast ge-
monteerde bankschroef of werkbank.
Het zaagje brengt trillingen over op het
werkstuk dat daardoor in een onge-
wenste richting kan wegschieten.
• Bij het zagen van metalen treedt sterke
verwarming van het zaagje en het
materiaal op. Het zaagje kan hier-
door bot worden. Beweeg tijdens het
gebruik het inzetgereedschap heen en
weer zodat het werk over een zo groot
mogelijk oppervlakte van het snij- of
zaagblad wordt verdeeld. Dit vermindert
de kans op oververhitting van het
inzetgereedschap.
• Zagen in metaal gaat door de lage
snelheid en hardheid van het materiaal
veel langzamer dan zagen in hout.
• Controleer werkstukken van hout,
spaanplaat of bouwmaterialen op de
aanwezigheid van schroeven, spijkers
etc. Verwijder deze zo nodig of gebruik
een bi-metaal zaagblad.
Invallend zagen
• Invallend zagen is het zagen midden in
het materiaal zonder dat er al een
opening aanwezig is. Gebruik deze
techniek alleen bij zachte materialen
zoals bijvoorbeeld hout en gipskarton.
• Zet de machine aan en laat het zaag-
blad op volle snelheid komen.
17