7.6
BUITEN TESTEN EN GEBRUIK
1. Zoek een plek buiten waar geen metaal op de grond ligt.
2. Leg een monster van het te zoeken materiaal (bijv. een ring of een muntstuk) op de grond (als
u een kostbaar sieraad gebruikt, markeer dan de plaats van neerlegging, zodat u het later kunt
terugvinden. Plaats niets in hoog gras of graan).
3. Draai de volumeregelaar (VOLUME) 2/3 naar rechts.
4. Druk op de rode knop en laat hem los. Draai de instelknop (TUNE) langzaam tot de wijzer op "0"
staat. U zou nu een geluid moeten horen.
5. Terwijl u de zoekkop ongeveer 25 cm boven de grond houdt, kunt u hem nu met voorzichtige
zijwaartse bewegingen zwaaien.
7.7
FIJNAFSTELLING VAN DE METAALDETECTOR
Wanneer u gewend bent geraakt aan de metaaldetector, kunt u verdere fijnafstellingen uitvoeren.
∙
Met de focus-instelling (DISCRIMINATION) kan de metaaldetector onderscheid maken tussen
de verschillende soorten metaal.
∙
U kunt de focus-instelling (DISCRIMINATION) instellen op minimaal (volledig tegen de klok
instellen) en maximaal (volledig met de klok mee instellen). Een instelling tussen beide bereiken
is ook mogelijk. Hoe verder u met de klok mee draait, des te meer worden eerst de ijzerhoudende
voorwerpen genegeerd, daarna de nikkel-, zink- en koperhoudende voorwerpen. Als u verder
draait, worden de meeste metalen niet meer getoond en wordt alleen zilver als treffer aangegeven.
De volgende tabel kan worden gebruikt als referentie voor de verschillende posities:
MIN
13-uur-positie
17-uur-positie
MAX
7.8
AANWIJZINGEN VOOR HET ZWAAIEN
∙
Zwaai nooit met de zoekspoel alsof het een slinger van
een klok is.
∙
Zwaai langzaam, te snel zwaaien kan detectie verhinderen.
Wanneer de detector een materiaal detecteert, maakt
hij een geluid en beweegt de wijzer in de richting van de
gedetecteerde metaalsoort. Als de detector geen metaal
detecteert, moet u zorgen voor een correcte beweging
van de zoekkop.
7.9
DE VONDST NAUWKEURIGER LOKALISEREN
Exacte lokalisatie vereist enige ervaring. Het is raadzaam om ervaring op te doen en kleinere
metalen voorwerpen op uw terrein te vinden en op te graven voordat u op andere plaatsen gaat
zoeken. Soms is het moeilijk om tijdens het zwaaien de vondsten nauwkeurig te lokaliseren.
Probeer uw zwaairichting te veranderen zodat u de vondst preciezer kunt lokaliseren.
Volg deze stappen om dat te doen:
1. Als de detector een vondst doet, blijf dan zwaaien, maar verklein geleidelijk de zwaairadius.
Markeer de locatie van de vondst zichtbaar.
2. Stop de zoekkop boven deze markering en beweeg hem naar voren (van u af) en naar achteren
(naar u toe). Markeer de plaats waar u het gevonden hebt.
44
Alle metalen kunnen worden opgespoord
IJzer is uitgesloten
Nikkel is uitgesloten
Alleen zilver wordt herkend
GEBRUIKSAANWIJZING HD 3500
82210 -01.2023 - V5