NL: GEBRUIKSAANWIJZING
1. Hoe u uw gasbarbecue op een gasfles moet aansluiten, hangt af van het model dat u hebt gekocht.
Lees de onderstaande instructies voor uw Appetizer Duo-model.
Appetizer Duo (651159):
Om uw gasfornuis te kunnen gebruiken, moet u een lpg-gasfles, een drukregelaar en een slang
aanschaffen. Het soort gas kan butaan of propaan zijn. De drukregelaar moet op de gekozen gasfles
passen en een toevoerdruk van 28-30 mbar leveren als het om butaangas gaat. 30 of 37 mbar als het om
propaangas gaat. De slang moet zowel op de drukregelaar als op het gasfornuis passen. Het gasfornuis
kan worden gebruikt met 8mm ID of 10/11mm ID.
a) Als uw slang een binnendiameter van 8 mm heeft, duwt u de slang over de eerste geribbelde helft van
de verwijderbare slangpilaar (8). Schroef de slang en de slangpilaar op de gasinlaataansluiting (4).
b) Als uw slang een binnendiameter van 10/11 mm heeft, duwt u de slang helemaal over het
geribbelde deel van de verwijderbare slangpilaar (8). Schroef de slang en de slangpilaar op de
gasinlaataansluiting (4).
c) Als uw slang is voorzien van een linksdraaiende schroefdraad van ¼ inch, schroeft u de slang
rechtstreeks op de gasinlaataansluiting.
a)
De slang moet handvast plus een kwartslag worden aangedraaid.
Appetizer Duo – DE (650784):
Om uw gasfornuis te kunnen gebruiken, moet u een lpg-gasfles en een drukregelaar aanschaffen (de
slang is meegeleverd met uw gasbarbecue). Het soort gas kan butaan of propaan zijn. De drukregelaar
moet op de gekozen gasfles passen en een toevoerdruk van 50 mbar leveren. De slang moet zowel op
de drukregelaar als op het gasfornuis passen. Het gasfornuis is voorzien van een ¼-inch linksdraaiende
schroefdraad.
De meegeleverde slang van 80 cm is voorzien van ¼-inch linksdraaiende schroefdraad en kan
rechtstreeks op de gasinlaataansluiting worden geschroefd.
De slang moet handvast plus ¼ slag worden aangedraaid.
2. Zodra u uw gasfornuis op een gasfles hebt aangesloten, plaatst u de gasfles aan de zijkant van
uw gasfornuis. Houd er rekening mee dat de fles uit de buurt van warmte en in een veilige en
rechtopstaande positie moet worden bewaard.
3. Bevestig de drukregelaar op de juiste manier aan de kraan van de gasfles (raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de drukregelaar is geleverd).
4. Controleer altijd alle verbindingen met zeepsop op lekken.
GEBRUIK NOOIT EEN OPEN VLAM OM TE CONTROLEREN OP LEKKEN.
b)
28
c)