Bediening
5.2
Keuze van de
meeteenheid
5.3
Alarminstelling
1
2
Afb. 25:
Iconen vibratiealarm(1) en pieptoon (2)
60
Druk op de modustoets, om tussen de
meeteenheden methaan en propaan te
schakelen.
In het display wordt rechtsboven M (methaan) of
P (propaan) aangegeven.
•
Druk net zolang op de alarmtoets, tot de
gewenste alarminstelling wordt aangegeven.
Achtereenvolgens worden het vibratiealarm en de
pieptoon samen, alleen de pieptoon of alleen het
vibratiealarm of geen alarm ingesteld. De
bijbehorende iconen verschijnen boven in het
display.
Zolang het apparaat is ingeschakeld, is er een
intermitterende pieptoon met onderbrekingen van
ongeveer een seconde te horen, die klaar om te
meten aangeeft (als de pieptoon is uitgekozen).
De frequentie van de signaaltoon wordt pas
hoger, als de gasconcentratie toeneemt. Als er
een koptelefoon is aangesloten, is de toon
automatisch alleen via de koptelefoon te horen
.