Publicité
1. Plaats een cassette voor opname.
Spoel de cassette door naar het gewenste punt indien u niet van
begin af aan wenst op te nemen.
2. Druk de CALIBRATION
ON/OFF toets in om
de funktie voor het ijken van de opname-
karakteristieken
van
de
cassette
aan
te
schakelen.
Pauzetoets
M PIONEER ve casserre
sace CT.959
__
IJkingsfunktietoets
(CALIBRATION ON/OFF)
IJkingsregelaar bandgevoeligheid
(CALIBRATION
LEVEL)
Pax LEVEL CAUBMATON SYSTEM
OPENCLOSE
rase
counten
METER
sr
C ess
3-HEAD
SYSTEM
PCc-OCC
AMORPHOUS
HE AC
CLOSED
LOOP
QUAL
CAPSTAN
3. Start de opname
door op de opnametoets
(€) en pauzetoets (Îi) te drukken.
4. Stel
de
CALIBRATION
LEVEL
en
BIAS
regelaars in.
Verdraai de regelaars zodat de overeenkomstige aanduidingen de
(E)
of (mà) posities bereiken.
[ E G
OO
n
DO
OO
DA
OO
| LL ©
D
oc
00
00
a
IJkingsregelaar voormagnetisatie
(CALIBRATION
BIAS)
Draai de regelaar naar rechts (+) om het voormagnetisatieniveau
te vergroten.
De hoge frekwenties zullen wat worden
afgekapt
maar
het
vervormingsniveau
wordt
teruggebracht.
Draai
de
regelaar
naar
links
(—)
om
het
voormagnetisatieniveau
te
verminderen.
Alhoewel de vervorming nu zal toenemen,
zal het
bereik in de hoge frekwentie regionen worden vergroot.
Met
gebruik
van
deze
funktie
kunt
u
de
geluidskwaliteit
beïnvloeden
in
overeenstemming
met
de
specifieke
eigenschappen van de cassetteband of opnamebron.
BIAS
IJKEN VAN DE OPNAMEGEVOELIGHEID
BIAS.)
Ea)
(CALIBRATION BIAS)
5. Druk nogmaals op de CALIBRATION ON/OFF
toets.
De opname stopt en de schaalaanduiding voor het ijken verandert
weer in de normale display van de niveaumeter.
6. Spoel de band terug naar het startpunt.
Druk op de terugspoeltoets en spoel de band naar het punt van
waar u de opname wenst te starten.
IJkingsregelaar bandgevoeligheid
(CALIBRATION LEVEL)
LEVEL
Hoe het ijken van de opnamegevoeligheid werkt:
Als de REC CALIBRATION ON/OFF toets wordt ingedrukt, wordt
een ingebouwd
circuit geaktiveerd dat signalen meet en op de
cassetteband
opneemt.
Een
bijstelling
op
basis
van
de band
wordt volbracht door het volgen van de signalen en het instellen
van
het niveau
tot een
bepaalde
norm.
Deze
signalen
zullen
vervolgens weer van de band worden gewist nadat de cassette is
teruggespoeld
voor het maken
van de definitieve opname.
De
gemaakte
instelling
is alleen
van
invloed
tijdens
opname
en
gebruik van deze funktie tijdens weergave is derhalve niet nodig.
OPMERKINGEN:
*
Weergave
en snel doorspoelen
is niet mogelijk
tijdens het
gebruik van de ijkingsfunktie.
Het loopwerk zal stoppen als
tijdens weergave/opname
op de REC CALIBRATION
ON/OFF
toets wordt gedrukt.
* Het is mogelijk dat een optimale instelling bij metaalcassettes
niet verkregen wordt doordat bij dit type band een verandering
in de voormagnetisatie weinig invloed op de hoge frekwenties
zal hebben.
57
<RRD1078 >
Du
IJkingsregelaar voormagnetisatie
Publicité
