Publicité
Haartrimmer Smart Trim
BATTERIJEN PLAATSEN /
VERVANGEN
Controleer vóór het plaatsen van
de batterijen of de contacten in het
apparaat en op de batterijen schoon
zijn, en reinig deze indien nodig.
1. Controleer of het apparaat is
uitgeschakeld.
2. Trek de greep (6) van de haartrim-
mer zo ver uit dat je hem kunt los-
maken van de hoofdeenheid (10).
3. Draai op de onderkant van de
hoofdeenheid de afdekking van
het batterijvak linksom en haal
deze eraf.
4. Plaats twee 1,5 V batterijen, AA,
in het batterijvak. Let op de juiste
polariteit (+ / –).
5. Draai de afdekking van het
batterijvak rechtsom erop. Let
er daarbij op dat de afdekking
van het batterijvak in de daar-
voor bedoelde uitsparingen zit.
De afdekking moet hoorbaar
vastklikken.
Vervang de batterijen wanneer de
prestaties van het apparaat afnemen.
GEBRUIK
L
Bij gebruik van een opzetstuk
op verschillende delen van
het lichaam (bijv. gezicht,
schaamstreek) moet je het op-
zetstuk tussen de behandelin-
gen door grondig reinigen.
•
Opzetstukken aanbrengen en
verwijderen – kies het gewenste
opzetstuk (1, 2, 3, 4, 5) en steek
het op de hoofdeenheid (10).
Het opzetstuk moet hoorbaar
vastklikken.
Om het opzetstuk te verwijderen
trek je het er gewoon naar boven
toe af.
•
Aan / uitzetten – schuif de Aan/
Uit-knop (7) omhoog om het
apparaat in te schakelen. Bij het
inschakelen gaat automatisch de
led-lamp (8) aan. Dit zorgt voor
een beter zicht bij het trimmen.
Druk opnieuw op de Aan/Uit-
-knop om het apparaat uit te
schakelen. De led-lamp gaat uit.
•
Verlengen – trek voorzichtig
aan het onderste uiteinde van
de hoofdeenheid. De greep (6)
wordt langer om lichaamsdelen
zoals nek en rug beter te kunnen
bereiken (Afbeelding B).
•
Gebruik – bij het trimmen be-
weeg je het opzetstuk (2, 3, 4,
5) met de haargroeirichting mee
door de haren, net als bij het
haren kammen.
Bij het scheren houd je het opzet-
stuk (1) in een hoek van 45° ten
opzichte van de huid en beweeg
je dit tegen de haargroeirichting
in over de haren.
REINIGEN EN
OPBERGEN
Opgelet!
■
Gebruik nooit bijtende of schu-
rende reinigingsmiddelen. Deze
kunnen de oppervlakken bescha-
digen.
•
Met het reinigingsborsteltje
verwijder je haren en huidschilfers
van het mes (9) en van de opzet-
stukken (1, 2, 3, 4, 5).
•
Veeg het apparaat indien nodig
af met een vochtige doek. De
opzetstukken kunnen ook onder
stromend water worden gereinigd.
NL
25
Publicité
