HOOFDSTUK -7: TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
1. Plaats uw apparaat in een koele en goed geventileerde ruimte, waarbij u direct zonlicht of plaatsing nabij
warmteapparaten (radiator, oven, enz.) vermijd. Gebruik anders isolatieplaat.
2. Laat warme etenswaar en dranken buiten het apparaat afkoelen.
3. Plaats bevroren etenswaar in de koelkast ter ontdooiing. Als de bevroren etenswaar wordt ontdooid, helpt de lage
temperatuur de koelkast koel te houden. Dit bespaart dus energie. Het ontdooien van bevroren etenswaar buiten
de koelkast is verspilling van energie.
4. Zorg dat als u dranken en zelfgemaakte gerechten in de koelkast plaatst, deze in een gesloten kom zitten. Anders
wordt de vochtigheid in het apparaat verhoogd. Dit laat de koelkast langer werken. Het bewaren van dranken en
zelfgemaakte gerechten in afgesloten kommen voorkomt ook dat de geur en smaak achteruit gaat.
5. Laat de deur van het apparaat bij het plaatsen van dranken en etenswaren in de koelkast zo kort mogelijk
openstaan
6. Houd vakken met verschillende temperaturen in het apparaat gesloten (groentelade, koelervak, enz.).
7. De deurafdichting moet schoon en flexibel zijn. Vervang oude afdichtingen.
NL -51-