Uitgang
Spanning
PE 1228 t/m PE 1231
PE 1283:4/m PE 1235
Stabiliteit
Maximale stroom
Dynamische inwendige weerstand
Herstel tijd
Rimpelspanning
Temperatuur coéfficiént
Overspanningsbeveiliging (Crowbar)
Serieschakeling
Parallelschakeling
21
: Ingesteld tussen 24 en 24,5 V
Instelbaar tussen 10 V en 30 V
: Ingesteld tussen 30 V en 30,6 V
Instelbaar tussen 15 V en 36 V
(zie tabel 1 op bladzijde 36, voor gereduceerde
stroomwaarden).
Met een voorbelasting van ca. 20 mA is de uit-
gangsspanning instelbaar tot 0 V.
: Bij netspanningsvariaties van + tot -10 % van de
nominale waarde is de variatie van de vitgangsspanning
< 6 mV inclusief "short term drift" effect.
: Bij belastingsvariaties van nullast naar vollast is de
variatie van de uitgangsspanning < 0.1 % of < 2 mV
(Hierbij geldt steeds de grootste van beide waarden).
: Bij aflevering:
РЕ 1228
1.8A
РЕ 1229
SOA
РЕ 1230
6.5А
у
PE 1231
12.5A
omgevingstemperatuur 55
`C
PE 1233
2.4۸
РЕ 1234
5.2А
РЕ 1235210,
ZA
: Bij sinusvormige belastingsvariaties van 80 90 van
vollast tot vollast en een frequentie van:
1 kHz < 0,020
10 kHz <0,10Q
100 kHz < 0,25 Q
250 kHz < 0,250
: oUHsecoziefigsd5
: € 0,5 mV ве (+ of - klem geaard)
: < 3 mV per °C
: Kan worden gebruikt na montage van een thyristor
zie hfdst. IV.7.
Instelbaar tussen:
10 V en 35 V (PE 1228 t/m PE 1231)
15 V en 40 V (PE 1233 t/m PE 1235)
Aonspreektijd maximaal 20 usec.
: Twee of meer apparaten mogen in serie worden
geschakeld.
De spanning van de uitgangsklemmen t.o.v. aarde
mag maximaal 250 V== bedragen.
Voor verdere instructies zie onder serieschakeling
hfdst. IV.8.
: Parallelschakeling is toegestaan. Zie instructies
voor parallelschakeling in-hfdst. IV.9.