NL
BESCHRIJVING
BESCHERMING EN VENTILATIE
De buitenste schaal zorgt ervoor dat de
helm heel licht is en een zeer goede
gebruiksduur en duurzaamheid kent.
Door de ventilatieopeningen met inwendige
luchtkanalen kan de lucht over het hoofd,
onder de helm stromen en maximale
koeling bieden.
A. Achter
B.
Voor
1.
Riempje 2
2.
Riempje 1
3.
Achterste riempje
4.
Kinband
5.
Vastzetring
AFB. 1
A. Voor
1.
Kinband
2.
Riemspanner
3.
Achterste riempje
4.
Achterste spanner
AFB. 2
AANWENDING
AFSTELLEN
Voor optimale bescherming moet de helm op
de juiste manier zijn afgesteld. Als de helm
is vastgemaakt en niet naar voren, achteren
of naar de zijkant kan schuiven, is de helm
juist afgesteld. Als de helm naar achteren
of voren kan schuiven, moeten de riempjes
en indien nodig de achterste riemspanner
worden aangepast.
LET OP!
•
Controleer bij het gebruik van de helm
telkens of hij juist is afgesteld.
•
Het moet niet mogelijk zijn om de helm
af te doen zonder de spanner open
te klikken.
17
•
De riempjes moeten zo zitten dat de
oren niet bedekt zijn en de spanner niet
voor je mond zit.
•
Als de helm bij de gebruiker niet goed
kan worden afgsteld, moet een andere
helm wordt gebruikt.
Riempjes en spanners
De helm is voorzien van een spanner die
makkelijk open en dicht kan zonder dat de
afstelling hoeft te worden aangepast. De
riempjes moet gelijkmatig zijn aangespannen.
1.
Plaats de helm stevig op uw hoofd en
maak de spanner vast.
2.
Pas de achterste spanner aan zodat de
helm comfortabel (voldoende strak) om
het hoofd zit. Draai met de klok mee om
aan te draaien en tegen de klok in om
losser te draaien.
3.
Merk op welke riempjes los zitten. Doe de
helm af en kort de riempjes naar behoefte
in.
–
Houd de spanner met de ene hand
vast om de kindband in te korten.
Trek vervolgens het riempje door
de spanner.
–
Trek het riempje uit de achterkant
van riempje 2 om het achterste
riempje in te korten. Houd de helm
met één hand vast. Trek met de
andere hand de riempjes over de kin.
Trek van links naar rechts en naar de
zijkant om de vier riempjes
af te stellen.
4.
De helm moet recht en stevig op het
hoofd zitten.
–
Om de helm lager op het voorhoofd
te plaatsen, moet u de kinband
inkorten en het achterse riempje
langer maken.
–
Om de helm hoger op het voorhoofd
te plaatsen, moet u de kinband
langer maken en het achterse
riempje inkorten.