Wanneer het nummer van de gewenste
geheugenpositie op het display verschijnt ...
houdt u de toets MEMORY ingedrukt
tot de aanduiding "MEMORY" niet meer
knippert. De zender is nu opgeslagen.
Reeds bezette geheugenposities kunnen
gewoon opnieuw in het geheugen worden
opgeslagen.
5.4 Opgeslagen zenders
oproepen
Bij normale radio-ontvangst kunt u de 15
geheugenpositie doorlopen door...
op de toets M-UP te drukken. Alle
opgeslagen zenders worden dan na
elkaar opgeroepen.
Opmerking: de zenders blijven ook opge-
slagen bij een stroomstoring of bij het
omwisselen van de hoofdbatterijen, zolang
de drie kleine batterijen voor het radioge-
heugen voldoende energie hebben.
6. Cd-speler
Met deze functie kunt u de gangbare audio-
cd's afspelen, evenals cd-r's en cd-rw's in
audioformaat.
Kies de stand "CD" met de schuifknop
FUNCTION .
6.1 Cd inleggen / uitnemen
Behalve wanneer u een cd inlegt of uit-
neemt, dient het cd-vak altijd gesloten te
blijven om te voorkomen dat er stof in
komt.
Til de klep van het cd-vak op om het vak
te openen.
• Vervolgens kunt u een cd inleggen met
de bedrukte zijde naar boven.
De cd is klaar om te worden afgespeeld,
wanneer op het display het aantal op de cd
gevonden nummers (tracks) en de totale
speelduur van de cd wordt aangegeven.
De cd is niet klaar om te worden afge-
speeld, zolang de aanduiding "disc" op het
display staat. Mocht deze aanduiding niet
verdwijnen, dan kan de cd niet worden
gelezen – controleer in dat geval of de cd
met de juiste kant boven is ingelegd en of
deze niet beschadigd of vuil is.
6.2 Afspelen / pauze
Wanneer u de toets PLAY/PAUSE ...
• kort indrukt, start de cd. Op het display
verschijnt het nummer en de speelduur
van de titel die op dat moment wordt
afgespeeld.
• opnieuw indrukt terwijl er een nummer
wordt afgespeeld, stopt het afspelen op
deze positie (pauzefunctie). Als u nog-
maals op de toets drukt, gaat het afspe-
len verder.
6.3 Nummer kiezen / snel vooruit
of achteruit
Wanneer u de toets SKIP >>|
of de toets SKIP |<< ...
• kort indrukt, gaat u naar het volgende
of vorige nummer.
• ingedrukt houdt, gaat u in het nummer
dat wordt afgespeeld, een paar
seconden vooruit of achteruit
(snel vooruit/achteruit).
6.4 Stop
Wanneer u de toets STOP
• eenmaal indrukt, stopt het afspelen
van het nummer dat op dat moment
wordt afgespeeld.
• tweemaal indrukt, wist u daarmee
tegelijk ook een eventueel geprogram-
meerde nummerreeks, zoals beschre-
ven onder 6.5.
27
...