Kies de maaihoogte al naargelang de werkelijke
lengte van het gras. Rijd het gras in meerdere
beurten af, zodat het gazon per beurt maximaal 4
cm korter wordt gereden.
Voordat u eender welke controles aan het mes
uitvoert zeker de motor afzetten. Denk eraan
dat het mes na het afzetten van de motor nog
enkele seconden blijft draaien. Probeer nooit om
het mes te stoppen. Controleer regelmatig of het
mes correct bevestigd, in perfecte staat en goed
geslepen is. Zo niet, het mes slijpen of vervangen.
Indien het roterende mes een voorwerp raakt,
de maaier uitschakelen en wachten tot het mes
helemaal stilstaat. Controleer vervolgens de toe-
stand van het mes en de meshouder. Indien die
beschadigd zijn moeten ze worden vervangen.
Zodra tijdens het gras afrijden grasresten bli-
jven liggen, moet de opvangkorf leeg worden
gemaakt. Let op! Alvorens de opvangkorf eraf
te nemen de motor afzetten en wachten tot het
maaigereedschap tot stilstand is gekomen.
Om de opvangkorf eraf te nemen tilt u met één
hand de uitwerpklep op en met de andere hand
neemt u de opvangkorf aan het handvat eruit.
Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften valt
de uitlaatklep bij het eraf nemen van de opvang-
korf dicht en sluit de achterste uitwerpopening.
Als daarbij grasresten in de opening blijven han-
gen, trekt u de maaier best ongeveer 1 m terug
om het starten van de motor te vergemakkelijken.
Grasresten in het koetswerk van de maaier en op
het werkgereedschap niet met de hand of de voet
verwijderen, maar met de gepaste hulpmiddelen,
bijv. borstel of handveger.
Om te garanderen dat het gras goed wordt verza-
meld moet de opvangkorf na gebruik van binnen
worden schoongemaakt.
Opvangzak enkel vasthaken bij afgezette motor
en stilstaand maaigereedschap.
Uitwerpklep met één hand optillen en met de
andere hand de opvangkorf aan het handvat vast-
houden en van boven vasthaken.
Anl_GE_CLM_18_320_BL_SPK13.indb 109
Anl_GE_CLM_18_320_BL_SPK13.indb 109
NL
7. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
veiligheidsstekker (fi g. 9).
7.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
De grasmaaier mag niet met stromend water,
vooral niet onder hoge druk, worden schoon-
gemaakt.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt.
•
Maak de grasmaaier indien mogelijk schoon
met een borstel of doek.
7.2 Onderhoud
•
Afgesleten of beschadigde messen,
meshouder en bouten moeten per set door
een geautoriseerde vakman worden vervan-
gen teneinde de uitgebalanceerde toestand
te behouden.
•
Zorg ervoor dat alle bevestigingselementen
(schroeven, moeren enz.) steeds goed vast
aangehaald zijn zodat u veilig met de maaier
kunt werken.
•
Controleer de grasopvanginrichting vaker op
slijtageverschijnsels.
•
Vervang afgesleten of beschadigde onderde-
len.
•
Voor een lange levensduur is het aan te beve-
len alle te schroeven onderdelen alsook de
wielen en assen schoon te maken en vervol-
gens te oliën.
•
Door de gazonmaaier regelmatig te onder-
houden zal hij niet alleen lang meegaan en
goed werken, maar zal hij u ook in staat stel-
len uw gazon zorgvuldig en gemakkelijk af te
rijden.
•
Het meest aan slijtage blootgestelde onder-
deel is het mes. Controleer regelmatig de
toestand van het mes alsook de bevestiging
ervan. Als het mes afgesleten is moet het on-
- 109 -
22.03.2023 10:28:30
22.03.2023 10:28:30