Anleitung Airbase 8-2_SPK2
NL
20. Sluit de stofzuiginrichtingen aan
- Als inrichtingen voor het aansluiten van stofzui-
ginrichtingen voorhanden zijn, dient U zich ervan
te vergewissen dat deze aangesloten zijn en ge-
bruikt worden.
21. Geluid
Het geluid aan de werkplaats kan 85 dB (A)
overschrijden. In dit geval zijn geluidswerende
maatregelen voor de bediener vereist.
Bewaar de veiligheidsvoorschriften goed.
Aanwijzingen omtrent de installatie
● Controleer het toestel op transportschade.
Eventuële schade onmiddellijk aangeven aan de
vervoeronderneming waarmee de compressor
werd geleverd.
● Vóór ingebruikneming dient het oliepeil in de com-
pressor-pomp te worden ge-controleerd.
● De compressor dient nabij de verbruikers te wor-
den geïnstalleerd.
● Vermijd lange luchtkabels en toevoerleidingen
(verlengingen).
● Let op droge en stofvrije aanzuiglucht.
● De compressor niet in een vochtige of natte ruimte
installeren.
● De compressor mag slechts in gepaste ruimten
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur
+5°/+40°C) worden gebruikt. In de ruimte mogen
geen stof, zuren, dampen, explosieve of ontvlam-
bare gassen zijn.
● De compressor is geschikt voor gebruik in droge
ruimten. Hij mag niet worden gebruikt in zones
waarin met spatwater wordt gewerkt.
Veiligheidsvoorschriften omtrent het
werken met perslucht en verfspuiten
Compressor en leidingen bereiken tijdens het bedrijf
hoge temperaturen. Aanrakingen leveren verbrandin-
gen op.
De gassen of dampen aangezogen door de com-
pressor dienen vrij van bijmengsels te worden
gehouden die in de compressor brand of ontploffin-
gen kunnen veroorzaken.
Bij het losdraaien van de slangkoppeling moet het
koppelingsgedeelte van de slang met de hand wor-
den vastgehouden teneinde verwondingen door de
terugsspringende slang te vermijden.
Bij het werken met de uitblaaspistool veiligheidsbril
dragen. Door vreemde lichamen en weggeblazen
deeltjes kunnen gemakkelijk verwondingen worden
veroorzaakt.
Met de uitblaaspistool geen personen aanblazen of
14
16.12.2005
9:09 Uhr
Seite 14
kleren aan het lichaam schoonmaken.
Veiligheidsvoorschriften bij het verf-
spuiten opvolgen!
● Geen lakken of oplosmiddelen met een vlampunt
van minder den 21° C verwerken.
● Lakken en oplosmiddelen niet verwarmen.
● Indien vloeistoffen worden verwerkt die schadelijk
zijn voor de gezondheid, zijn filtertoestellen
(gezichts-masker) vereist. Volg eveneens de aan-
wijzingen van de fabrikant van dergelijke stoffen
op wat betreft veiligheidsmaatregelen.
● Tijdens het spuiten alsook in de werkruimte mag
niet worden gerookt. Ook verfdampen zijn brand-
baar.
● Stookplaatsen, open licht of vonkenslaande
machines mogen niet voorhanden of in werking
zijn.
● Spijs en drank niet in de werkruimte bewaren of
consumeren. Verfdampen zijn schadelijk.
● De op de verzamelverpakkingen van de verwerkte
materialen aangegeven informatie en aanduidin-
gen van de verordening omtrent gevaarlijke stof-
fen dienen in acht te worden genomen.
Indien nodig dienen bijkomende veiligheidsmaatre-
gelen te worden genomen, in het bijzonder dienen
gepaste kledij en maskers te worden gedragen.
● De werkruimte moet groter zijn dan 30 m
het spuiten en drogen moet een voldoende lucht-
verversing gewaarborgd zijn. Niet tegen de wind
spuiten. Principieel dienen bij het spuiten van
brandbare of gevaarlijke spuitgoederen de bepa-
lingen van de locale politieautoriteiten te worden
opgevolgd.
● In verbinding met de PVC-drukslang geen medium
zoals white spirit, butylalcohol en methyleenchlori-
de verwerken (verminderde levensduur).
Bedrijf van drukvaten volgens verorde-
ning voor drukvaten
1. Wie met een drukvat werkt is verplicht deze in
behoorlijke toestand te houden, naar behoren te
gebruiken, in het oog te houden, noodzakelijke
onderhouds- en herstelwerkzaamheden onmid-
dellijk uit te voeren en alle veiligheidsmaatrege-
len te nemen die naargelang de omstandig-
heden vereist zijn.
2. De inspectiedienst kan per geval vereiste contro
lemaatregelen verordenen.
3. Een drukvat mag niet worden gebruikt als het
gebreken vertoond waardoor werknemers of der-
3
en bij