6.5 Verskoellade
Gebruik de lagere temperaturen in
de verskoellade om snel bedervende
levensmiddelen te bewaren, bijv. vis,
vlees en worst.
6.6 Boter- en kaasvak
Bewaar boter en harde kaas in het
boter- en kaasvak.
6.7 Deurrekken
Om het deurrek naar behoefte te vari-
ëren kunt u het deurrek er uit nemen
en op een andere positie weer plaat-
sen.
→ "Deurrek verwijderen", Pagina 89
6.8 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires.
Deze zijn op het apparaat afgestemd.
De accessoires van het apparaat zijn
afhankelijk van het model.
Eierplateau
Bewaar eieren veilig op het eierpla-
teau.
Flessenhouder
De flessenhouder voorkomt dat fles-
sen bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur kantelen.
→ Fig.
5
De Bediening in essentie
7 De Bediening in essen-
tie
De Bediening in essentie
7.1 Apparaat inschakelen
indrukken.
1.
Het apparaat begint te koelen.
a
De gewenste temperatuur instellen.
2.
→ Pagina 85
De Bediening in essentie nl
7.2 Opmerkingen bij het ge-
bruik
Wanneer u het apparaat heeft in-
¡
geschakeld, duurt het tot enkele
uren voordat de ingestelde tempe-
ratuur wordt bereikt.
Plaats geen levensmiddelen in het
apparaat voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt.
De behuizing links, rechts en on-
¡
der de verskoelruimte wordt tijde-
lijk licht verwarmd. Dit voorkomt
vorming van condenswater in de
zone van de deurafdichting.
Wanneer u de deur sluit, kan een
¡
onderdruk ontstaan. De deur gaat
dan alleen moeilijker open. Wacht
een ogenblik tot de onderdruk
wordt gecompenseerd.
De temperatuur in het apparaat va-
¡
rieert door de volgende condities:
– Het aantal keer dat het apparaat
wordt geopend
– Beladingshoeveelheid
– Temperatuur van de vers opge-
slagen levensmiddelen
– Omgevingstemperatuur
– Direct instralend zonlicht
7.3 Machine uitschakelen
indrukken.
▶
7.4 Temperatuur instellen
Koelvaktemperatuur instellen
Druk net zo vaak op
▶
temperatuuraanduiding de ge-
wenste temperatuurinstelling weer-
geeft.
De aanbevolen temperatuur in het
koelvak bedraagt 4 °C.
/
totdat de
85