MAKA MKLD01 Manuel D'utilisation page 5

Voor het beste scan resultaat:
- Kalibreer het apparaat voor iedere meting.
- Vermijd het dragen van ringen of horloges bij het gebruik van het apparaat; deze kunnen de
detectie beïnvloeden. Beweeg de leidingzoeker gelijkmatig over het oppervlak zonder deze op te
tillen of de druk op het apparaat aan te passen.
- De leidingzoeker moet altijd in contact zijn met het oppervlak tijdens het scannen.
- Vermijd het aanraken van de sensor.
- Neem altijd de tijd om een nauwkeurige meting uit te voeren.
Installeer of vervang de batterij
Gebruik alleen 9 volt batterijen.
Installeer de batterij in het daarvoor bestemde compartiment en sluit de batterijkap.
Wanneer het apparaat voor een lange tijd buiten gebruik zal zijn, dienen de batterijen verwijderd te
worden.
In en uitschakelen en kalibratie
Zorg dat het apparaat en het detectie oppervlak droog is vóór het inschakelen.
Druk op de aan/uit knop (knop 5) om het apparaat aan te zetten.
Het apparaat start op in de metaal detectie stand.
De kalibratiemethode: plaats het instrument in een omgeving die vrij is van metalen en sterke
magnetische velden (bijvoorbeeld: houd het apparaat met de hand in de lucht), en houd vervolgens de
metaal detectieknop ingedrukt totdat het signaal in gebied m op het beeldscherm op nul komt te staan
en het groene lampje gaat branden. Dit groene lampje geeft aan dat de kalibratie is voltooid. Laat nu
de knop los om een detectie te starten.
Detectie van metalen objecten (staal, koperen leidingen, elektrische bedrading)
Druk op de metaaldetectieknop 8 om de metaaldetectiemodus te starten. Het metaaldetectie icoon
verschijnt op het scherm en het groene indicatielampje gaat branden.
Plaats de detector op het oppervlak en beweeg het instrument gelijkmatig naar links of rechts.
Naarmate het instrument dichter bij het metalen voorwerp komt, zal het percentage op het scherm bij
m geleidelijk toenemen. Wanneer het instrument van het object af beweegt, daalt het percentage.
Wanneer de leidingzoeker vaststelt dat het door de sensor ontvangen signaal zijn maximale waarde
heeft bereikt, ligt het metalen voorwerp direct onder het midden van de sensor. Het middelste
pictogram word bij l weergegeven op het beeldscherm.
Wanneer metaal wordt gedetecteerd, gaat het gele of rode lampje op de detector branden en klinkt
een constant geluid.
Het rode lampje op de detector gaat knipperen wanneer apparaat zowel metaal als wisselstroom-
signaal detecteert, dan klinkt een piepgeluid uit apparaat.
Wanneer het apparaat een niet-magnetisch metalen symbool detecteert, geeft dit aan dat het huidige
object dat wordt gemeten over het algemeen een draad of koperen buis is.
Wanneer het magnetische metalen symbool op de detector wordt weergegeven, geeft dit aan dat het
momenteel gemeten object doorgaans een stalen staaf is.
Als de detector geen magnetische of niet-magnetische metalen symbolen weergeeft, geeft dit aan dat
het momenteel gemeten object over het algemeen een metaallegering is.
Als het wisselstroomsymbool op het instrument knippert, geeft dit aan dat er een wisselstroomsignaal
in de gedetecteerd wordt.
4