WERKING
Door een draaiende ventilator wordt vochtige lucht
in het apparaat gezogen.
Na het passeren van het filter, waardoor stofdeel-
tjes worden tegengehouden, wordt de lucht door
een koelspiraal afgekoeld. De waterdamp in de
lucht condenseert tot water dat via een afvoerslang
wordt afgevoerd. De drogere lucht wordt daarna
verwarmd met behulp van een warmtewisselaar en
door de ventilator in de ruimte teruggeblazen.
Beschrijving onderdelen
1 behuizing
2 typeplaatje
3 snoer
4 wielen
5 controle paneel
64
6 uitblaas droge lucht
7 condenswater afvoer
8 handgreep/hendel
9 luchtinlaat
10 filter