Installeren van de fotocellen (afb. 1-5)
Bij systemen met meerdere paren fotocellen moet er rekening mee gehouden worden dat twee ontvangers
die aan dezelfde kant geïnstalleerd zijn beschenen kunnen worden door dezelfde zender die aan de andere
kant is gemonteerd zonder dat de goede werking van het systeem hierdoor in het gedrang wordt gebracht.
Als het niet de bedoeling is om het systeem bewust op deze manier in te stellen, dan moet ervoor gezorgd
worden dat dit soort storingen vermeden worden door de juiste afstand tussen de zenders en de ontvangers
te creëren (min. 600 mm). De zender en de ontvanger moeten normaal op dezelfde geometrische lijn
en dezelfde hoogte vanaf de grond, aan de voorkant bevestigd worden. Installatie is mogelijk op allerlei
oppervlakken. Het is ook mogelijk om de zender en de ontvanger niet op dezelfde lijn en op verschillende
hoogten te plaatsen (zie afb. 1). In ieder geval is het door de lens met scharnier mogelijk om het systeem
perfect te centreren.
Montageprocedure van de CDRX12 dmv boorgaten in muur (afb. 2)
• Kies de locatie waar het systeem aan de muur gemonteerd moet worden op basis van de vereisten van
het systeem;
- laat de bekabeling
H
kabel mag niet dikker zijn dan Ø 5 mm);
- gebruik de speciale mal die in de verpakking zit om de punten te markeren waar de gaten geboord moeten
worden om het systeem aan de muur te bevestigen op basis van de afmetingen van de CDRX12 die op
afb. 1 zijn aangegeven;
- verwijder de borgschroef van de beschermkap
onderkant los
;
1c
- prik de rubber dop
- boor met een boor Ø 5 mm gaten op de gemarkeerde punten
- laat de kabel (max. Ø 5 mm) door het in punt
- maak de onderkant
- breng de elektrische aansluitingen
van het systeem naar de bevestigingspunten van de ontvanger lopen (de 4-aderige
door met een sterschroevendraaier;
2
met schroeven en Fisher pluggen
5
tot stand door het op afb.
7
, draai de kap naar boven
1a
3
;
4
aangegeven rubber lopen;
aan de muur vast;
6
4
28
en maak hem van de
1b
getoonde schema op te volgen;