13. INDIEN ER IETS NIET WERKT...
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat stopt tijdens de werking.
De hoeveelheid gemalen koffie is schaars.
Controleer of de stekker correct in het stopcontact geplaatst is en dat het stopcontact
correct functioneert.
Het reservoir gemalen koffie (A12), noch het accessoire cuphouder (A7) zijn ge-
plaatst. Plaats het gewenste accessoire
Het accessoire is niet correct geplaatst Verwijder het accessoire en plaats het op-
nieuw terug.
Het koffiebonenreservoir (A1) is niet geplaatst. Plaats het reservoir.
Het koffiebonenreservoir (A1) is niet correct geplaatst. Verwijder het reservoir en
plaats het correct terug.
Het apparaat is oververhit.
De thermische zekering van de motor heeft ingegrepen.
Raadpleeg een bevoegd servicecentrum.
Na verloop van tijd verslijten de maalwerken. Koop nieuwe maalwerken bij één van
de erkende servicecentra; vervang de maalwerken (zie het hoofdstuk "10. Reiniging")
29