watertoevoerslang aan op het
witte watertoevoerventiel aan de
achterkant van de machine en het
rode uiteinde van de slang op het
rode watertoevoerventiel (indien van
toepassing).
•
Draai de aansluitingen met de hand
aan. Raadpleeg in geval van twijfel een
erkende loodgieter.
•
Een waterstraal met een druk van 0,1
- 1 MPa zorgt ervoor dat uw machine
zo efficiënt mogelijk werkt (een druk
van 0,1 MPa betekent dat er per minuut
meer dan 8 liter water door een volledig
geopende kraan stroomt).
6. Nadat u alle aansluitingen hebt
gemaakt, zet u de watertoevoer
voorzichtig aan en controleert u op
lekkages.
7. Verzeker u ervan dat de nieuwe
watertoevoerslangen niet ingesloten,
geknikt, verdraaid, gevouwen of geplet
zijn.
•
Als uw machine een aansluiting voor
warmwatertoevoer heeft, mag de
temperatuur van de warmwatertoevoer
niet hoger zijn dan 70 °C.
OPMERKING:
wasmachine mag alleen met de
meegeleverde nieuwe vulslang op uw
watertoevoer worden aangesloten. Oude
slangen mogen niet worden hergebruikt.
3.5 Aansluiting waterafvoer
•
Sluit de waterafvoerslang met behulp
van extra apparatuur aan op een
standpijp of op de afvoerbocht van een
huishoudelijke gootsteen.
•
Probeer nooit de waterafvoerslang te
verlengen.
•
Plaats de waterafvoerslang van uw
machine niet in een reservoir, emmer of
badkuip.
•
Verzeker u ervan dat de
waterafvoerslang niet gebogen, geknikt,
geplet of verlengd is.
•
De waterafvoerslang moet op een
maximale hoogte van 100 cm boven de
grond worden geïnstalleerd.
4. OVERZICHT
BEDIENINGSPANEEL
1. Wasmiddellade
2. Programmaknop
3. Elektronische display
Uw
NL - 13
1
2
3