nEDERLanDs
Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
•
U kunt beter niet aan het snoer trekken wanneer u de
•
stekker van de lader uit het stopcontact trekt. Er is dan
minder risico op beschadiging van het snoer en van de stekker.
Het is belangrijk dat u het snoer zo plaatst dat niemand
•
erop kan stappen of erover kan struikelen, en het snoer
niet op een andere manier kan beschadigen of onder
spanning kan komen te staan.
Gebruik alleen een verlengsnoer als het er werkelijk
•
niet anders kan. Gebruik van een ongeschikt verlengsnoer
kan het risico van brand, elektrische schok of elektrocutie tot
gevolg hebben.
Plaats niet iets boven op een lader en plaats de lader
•
niet op een zacht oppervlak omdat hierdoor de
ventilatiesleuven kunnen worden geblokkeerd en de
lader binnenin veel te heet wordt. Plaats de lader niet in de
buurt van een warmtebron. De lader wordt geventileerd door
sleuven boven en onder in de behuizing.
Gebruik de lader niet met een beschadigd snoer of een
•
beschadigde stekker—laat deze onmiddellijk vervangen.
Gebruik de lader niet als er hard op is geslagen, als de
•
lader is gevallen of op een andere manier beschadigd is.
Breng de lader naar een erkend servicecentrum.
Haal de lader niet uit elkaar; breng de lader naar een
•
erkend servicecentrum wanneer service of reparatie
nodig is. Onjuiste montage kan leiden tot het risico van een
elektrische schok, elektrocutie of brand.
•
Als het netsnoer is beschadigd, moet het onmiddellijk worden
vervangen door de fabrikant, een servicemonteur van de
fabrikant of een dergelijk vakbekwaam persoon, zodat risico
is uitgesloten.
Trek de stekker van de lader uit het stopcontact voordat
•
u de lader gaat schoonmaken. Er is dan minder risico
van een elektrische schok. Het risico is niet minder wanneer
u de accu verwijderd.
Probeer NOOIT 2 laders op elkaar aan te sluiten.
•
De lader is ontworpen voor de 230V stroomvoorziening
•
van een woning. Probeer de lader niet te gebruiken op
een andere spanning. Dit geldt niet voor de 12V-lader.
Een accu opladen (Afb. [Fig.] B)
1. Steek de lader in een geschikt stopcontact voordat u de
accu insteekt.
6
2. Plaats de accu
in de lader, en let er daarbij op dat de accu
geheel in de lader komt te zitten. Het rode lampje (opladen)
knippert herhaaldelijk en dat duidt erop dat het laadproces
is gestart.
3. Een volledig opgeladen accu wordt aangegeven door het
rode lampje dat constant AAN blijft. De accu is nu volledig
opgeladen en kan worden gebruikt of kan in de acculader
blijven zitten. Duw, als u de accu uit de lader wilt nemen, op
5
de accu-vrijgaveknop
op de accu.
OPMERkIng: U kunt maximale prestaties en levensduur van
lithium-ion-accu's garanderen door de accu's volledig op te
laden voordat u deze voor het eerst in gebruik neemt.
68
Werking van de lader
Raadpleeg onderstaande indicatoren voor de laadstatus van
de accu.
Laadindicaties
bezig met opladen
volledig opgeladen
hete/koude accuvertraging*
* Het rode lampje blijft knipperen, maar er brandt ook een geel
indicatielampje wanneer de functie actief is. Wanneer de accu
een geschikte temperatuur heeft bereikt, gaat het gele lampje
uit en hervat de lader de laadprocedure.
De geschikte lader(s) laden niet een kapotte accu op. Wanneer
er niet een lampje op de lader gaat branden, betekent dat dat
de batterij niet goed is.
OPMERkIng: Dit kan ook betekenen dat er iets mis is met
de lader.
Als de lader laat zien dat er een probleem is, laat de lader en de
accu dan testen door een geautoriseerd servicecentrum.
hot/Cold Pack Delay (Vertraging hete/koude accu)
Wanneer de lader waarneemt dat een accu te warm of te koud
is, wordt onmiddellijk een Hot/Cold Delay gestart en wordt het
laden uitgesteld tot de accu een geschikte temperatuur heeft
bereikt. De lader schakelt dan automatisch over op de accu-
laadstand. Deze functie waarborgt een maximale levensduur
van de accu.
Een koude accu zal minder snel worden opgeladen dan een
warme accu. De accu zal minder snel opladen gedurende
de gehele laadcyclus en zal niet op maximumsnelheid gaan
opladen, ook niet als de accu warmer wordt.
De lader DCB118 is voorzien van een interne ventilator voor
het koelen van de accu. De ventilator gaat automatisch draaien
wanneer de accu moet worden gekoeld. Gebruik de lader nooit
als de ventilator niet goed werkt of als de ventilatiesleuven zijn
geblokkeerd. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de lader
kunnen komen.
Elektronisch Beveiligingssysteem
XR Li-Ion-gereedschap is ontworpen met een Elektronisch
Beveiligingssysteem dat ervoor zorgt dat de accu niet te veel
wordt geladen, niet te heet wordt of te veel wordt ontladen.
Het product zal automatisch uitgeschakeld worden, als het
elektronisch beschermingssysteem actief wordt. Als dit gebeurt,
zet u de Lithium-ion-accu op de lader, totdat deze volledig
geladen is.
Montage aan de wand
Deze laders kunnen aan de wand worden gemonteerd
of rechtop op een tafel of werkoppervlak staan. Plaats bij
wandmontage de accu dichtbij een stopcontact en uit de
buurt van een hoek of andere obstakels die de doorstroming
van lucht kunnen verhinderen. Gebruik de achterzijde van de
lader als sjabloon voor de plaatsing van de montageschroeven
aan de wand. Monteer de lader stevig met gipsplaatschroeven
(afzonderlijk aan te schaffen), van tenminste 25,4 mm lang