Renkforce C716 Manuel D'instructions page 8

• Houd de buiteneenheid op de aangewezen montageplaats. Controleer, of geen belangrijke
onderdelen zoals kentekenverlichting of achterlichten bedekt worden. De buiteneenheid mag
bovendien niet boven het voertuig uit steken. Het openen of sluiten van de deuren mag niet
worden bemoeilijkt of onmogelijk worden.
• Monteer de buiteneenheid, zoals in de volgende afbeelding centraal aan de achterzijde van
het voertuig getoond wordt.
De meegeleverde montage pads moeten niet noodzakelijk gebruikt worden. Wan-
neer een montage met de montagebeugel alleen makkelijker lijkt, kunnen de pads
ook weggelaten worden.
• Controleer, of bij uw voertuig reeds een geschikte opening bestaat resp. gebruikt kan wor-
den, om de aansluitkabel in het voertuig naar binnen te leiden. Anders moet u op een ge-
schikte plaats een passende boring uitvoeren. Voorzie de boring zeker van een geschikte
rubberen ring of dicht ze met een geschikt middel af, omdat er anders water in het voertuig
kan binnendringen.
Elektrische aansluiting en ingebruikname
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een deskundige worden uitgevoerd.
Om kortsluiting en hieruit resulterende beschadigingen van de producten en het
voertuig te voorkomen, moet tijdens het aansluiten de minpool (massa) van de boor-
daccu worden losgekoppeld. Sluit de minpool van de boordaccu pas weer aan als
het systeem volledig is aangesloten en de aansluiting is gecontroleerd.
Neem de aanwijzingen van de voertuigfabrikant in acht, zodat de opgeslagen gege-
vens van het voertuig (kloktijd, radiozender e.d.) niet verloren gaan.
Gebruik voor het testen van de spanning op de bekabeling van het boordnet uit-
sluitend een voltmeter of een diodetestlamp, aangezien normale testlampen te veel
stroom opnemen waardoor de boordelektronica beschadigd kan raken.
Vanwege de steeds vaker toegepaste lijmtechniek resp. gelakte metalen onder-
delen wordt het elektrische geleidingsvermogen verminderd. Daarom is niet ieder
metalen onderdeel geschikt als massapunt.
Let er bij het leggen van leidingen op, dat deze niet worden afgekneld of langs
scherpe randen schuren; gebruik bij doorvoerpunten rubberbussen.
Let er bij het leggen van de kabels in portierstijlen enz. op, dat er geen veiligheidsre-
levante inrichtingen (bijv. een zij-airbag) worden belemmerd. De kabels mogen niet
in het activeringsgebied van de airbag worden gelegd.
1
1 Verbind de connector van de zoemers met de bijhorende aansluiting op de kabel van de
buiteneenheid.
2 Steek een van de gele videostekkers van de videokabel in de gele videoaansluiting van de
buiteneenheid. Leg de viedeokabel tot aan de monitor en steek de andere gele stekker in
de bijbehorende video ingang.
3 Als uw monitor de aansluiting voor het beeld van de achteruitrijcamera automatisch met
een 12 V signaalkabel kan omschakelen, gebruikt u de rode kabel van de videokabel en
sluit u hem aan de pluskabel van een achteruitrijlicht en de sensoringang van uw monitor
aan (gelieve u in dit opzicht te informeren in de bedieningshandleiding van uw monitors).
4 Verbind de zwarte kabel van de rood/zwarte aansluitkabel met een massapunt in de buurt
van de achteruitrijlichten. Verbind de rode kabel van de rood/zwarte aansluitkabel met de
pluspool van de achteruitrijlichten.
Aangezien de camera uitsluitend geactiveerd moet worden als de achteruitversnel-
ling is ingeschakeld, vindt de voeding via het achteruitrijlicht plaats.
Om de positieve draad naar het achteruitrijlicht en de massaleiding te identificeren,
raadpleegt u het schakelschema van uw voertuig of meet u de spanning met een
spanningmeetinstrument direct op het achteruitrijlicht wanneer u contact maakt en
het voertuig in de achteruit staat. Hier moet natuurlijk eerst de negatieve pool van
de boordaccu er weer op worden geklemd.
All manuals and user guides at all-guides.com
6
5
2
3
4
5 Steek de connector van de rood/zwarte aansluitkabel in de bijbehorende connector op de
kabel naar de buiteneenheid.
6 De kabellus aan de aansluitkabel naar de buiteneenheid ligt vast,die voor de videosignaal-
norm voor de beeldoverdracht gebruikt wordt:
Kabellus gesloten → PAL-Norm
Kabellus open → NTSC-Norm
Informeer u over de juiste videonorm in de bedieningshandleiding van uw monitors.
Werking van de parkeerhulp
Wordt bij ingeschakeld contact de achteruitversnelling gebruikt, dan branden de achteruitrij-
lampen van uw voertuig. Omdat de parkeerhulp op een van de achteruitrijlampen wordt aange-
sloten, gaat dus ook de parkeerhulp werken.
Bij duisternis wordt de achterzijde van het voertuig verlicht met leds, die in de buitenunit inge-
bouwd zijn.
Op uw monitor verschijnt nu het achterliggende, door de camera geregistreerde gebied. De
ingevoegde gekleurde lijnen dienen voor de inschatting van de afstand ten opzichte van hin-
dernissen.
Bovendien stuurt de zoemer een signaal uit, wanneer er zich in het detectiegebied een hinder-
nis bevind. Dit signaal wordt gehoord bij een toenemende frequentie, hoe meer u de hindernis
nadert.
Bij directe lichtinval op de camera kan het zijn, dat voorwerpen niet duidelijk weer-
gegeven worden. Bij fluorescerend licht kan het beeldscherm flikkeren.
De kleuren van voorwerpen, die op de monitor - speciaal bij duisternis - getoond
worden, kunnen van de werkelijke kleuren van de voorwerpen afwijken.
Afstand Zone
> 2 m veilig
1,6 - 2 m veilig
1,0 - 1,5 m Alarm
0,8 - 0,9 m Alarm
0,6 - 0,7 m Gevaar
0,5 m Gevaar
0,3 - 0,4 m Gevaar
<0,3 m Gevaar
Onderhoud en schoonmaken
• Controleer regelmatig het functioneren.
• Maak de buiteneenheid regelmatig schoon. Gebruik hierbij geen hogedrukreiniger, zoals bv.
een stoomreiniger.
• Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen, schoonmaakalcohol of andere che-
mische oplosmiddelen. Deze kunnen de behuizing aantasten of zelfs de goede werking van
het toestel negatief beïnvloeden.
Verwijdering
Elektronische apparaten bevatten waardevolle materialen en horen niet bij het huis-
houdelijk afval. Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de
geldende wettelijke bepalingen.
Technische specificaties
Bedrijfsspanning .......................................... 12 V/DC (9 - 15 V/DC)
Stroomverbruik ............................................ 60 - 150 mA
Detectie afstand ........................................... 0,3 - 2 m
Detectiehoek ................................................ 95 +/-5° (camera) / 110° (ultrasone sensoren)
Gevoeligheid van de camera ....................... 0,1 lux
Ultrasoon signaal ......................................... 40 kHz
Videoresolutie .............................................. 640 x 480 pixel
TV-systeem .................................................. PAL/NTSC
Video-uitgang .............................................. 1 Vpp/75 Ohm
Zoemer ........................................................ 100 dB
Beschermingsgraad ..................................... IP67 (alleen buiteneenheid)
Afmetingen .................................................. 65,2 x 32 x 24,8 mm (buiteneenheid)
Gewicht ........................................................ 230 g
Opslag en operationele temperatuurbereik... -20 °C bis +70 °C bei 0% bis 95% rel. vochtigheid
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, micro-
verfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de
uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2017 by Conrad Electronic SE.
Signaaltoon Display
geen geluid groen met afstandslijnen
geen geluid groen met afstandslijnen
Bi--- groen met afstandslijnen
Bi--Bi-- geel met afstandslijnen
Bi-Bi- geel met afstandslijnen
BiBiBi rood met afstandslijnen
Biiiiiiiiii rood met afstandslijnen
Biiiiiiiiii rood STOP
1527451_V2_0417_02_VTP_m_nl