H. Automatische luchtoscillatieknop
I. LED-scherm
J. Koelmodusknop
K. Ontvochtigingsknop
L. Knop voor lage ventilatorsnelheid
M. Knop voor snelle ventilatorsnelheid
N. Indicatielampje water vol
Afstandsbediening - Afbeelding E
A. Aan / uit-knop
B. Modusselectieknop
C. Knop temperatuur / timer omlaag
D. Knop temperatuur / timer omhoog
E. Slaapstandknop
F. Keuzeknop ventilatorsnelheid
G. Timer-knop
H. Luchtoscillatieknop
BEDIENINGSPANEEL handmatige bediening - afbeelding D
Wanneer het voor de eerste keer wordt ingeschakeld, zal de zoemer gaan en gaat het apparaat in de stand-bystatus.
Druk op knop "A" om het apparaat in en uit te schakelen, de zoemer zal n keer het signaal afspelen.
MODUS SELECTIE bij handmatige bediening van het bedieningspaneel -
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, kiest u de gewenste modus tussen koelmodus, ventilatormodus of ontvochtigingsmodus, zoals
hieronder:
Koelmodus -
- Druk op knop "J" om de koelmodus te selecteren, druk vervolgens op de knop "L" om de knop voor de langzame ventilatorsnelheid te
temperatuur in te stellen van 16 ℃ tot 31 ℃, knoppen zijn niet beschikbaar in de ventilator- of ontvochtigingsmodus.
krijgen of druk op de knop "M" om de knop voor de snelle ventilatorsnelheid te krijgen. Druk vervolgens op knop C of D om de gewenste
Ventilator modus -
- Druk op knop "F" om de ventilatormodus te selecteren, het LCD-scherm zal "FA" tonen, druk vervolgens op de knop "L" om de knop voor
de langzame ventilatorsnelheid te krijgen of druk op de knop "M" om de knop voor de snelle ventilatorsnelheid te krijgen. Tijdens de
werking van de ventilatormodus kunnen de temperatuur- en slaapfuncties niet worden ingesteld.
Ontvochtigingsmodus -
- Druk op knop "K" om de ontvochtigingsmodus te selecteren, het LCD-scherm toont "dh". In de ontvochtigingsmodus kan de slaapmodus
niet worden ingesteld en wordt de ventilatorsnelheid automatisch vastgezet op een lage ventilatorsnelheid en kan deze niet worden
gewijzigd. Om de ontvochtigingsmodus uit te schakelen, selecteert u een andere bedrijfsmodus: koelen of ventileren. De functie van de
aftapplug (13) is om het condenswater uit het bovenste gedeelte van het apparaat af te voeren. Het gebruik ervan wordt bepaald aan de
hand van de lokale luchtvochtigheid. Het is nodig om de aftapplug (13) te openen en het condenswater weg te gieten als het apparaat
werkt wanneer de plaatselijke luchtvochtigheid hoog is of als het apparaat 12-24 uur ononderbroken in de ontvochtigingsmodus werkt. In
de droge koelmodus (lage luchtvochtigheid) is het niet nodig om de aftapplug (13) te openen omdat het condensaat niet hoeft te worden
afgevoerd.
Timer instellen -
- Als het apparaat niet werkt, druk op knop "G", het LCD-scherm knippert, druk op de knop "C" of "D" om het aantal uren in te stellen nadat
het apparaat zal beginnen te werken. Het LCD-scherm stopt met knipperen en het timerpictogram wordt verlicht.
- Wanneer het apparaat werkt, druk op knop "G", het LCD-scherm knippert, druk op de knop "C" of "D" om het aantal uren in te stellen dat
moet verstrijken voordat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld. Het LCD-scherm stopt met knipperen, het timerpictogram wordt
verlicht, het LCD-scherm geeft aan dat nodig is om de temperatuur te bereiken. Dit is een vertraagde startfunctie.
Het bereik van de timer kan worden ingesteld op elk uur van 1 tot 24 uur.
Slaapstand -
- Druk eerst op knop "J" om te koelen, druk vervolgens op knop "E" om de slaapmodus in te schakelen, daarna werkt het apparaat op het
- Druk vervolgens op knop "C" of "D" om de gewenste temperatuur in te stellen van 16 ℃ tot 31 ℃.
energiebesparende en stille type.
- De slaapmodus wordt automatisch geprogrammeerd. Na het eerste bedrijfsuur stijgt de temperatuur met 1 ℃, na het tweede bedrijfsuur
stijgt de temperatuur met nog eens 1 ℃ en blijft dan op hetzelfde niveau.
- Druk nogmaals op knop "E" om de slaapmodus te annuleren.
OPMERKING: Slaapmodus is niet beschikbaar in de ontvochtigings- en ventilatormodi.
89