Gebruikershandleiding
5. U kunt de zuigkracht regelen met de zuigkrachtregelaar, zie figuur 2d. Wanneer u bijvoorbeeld
gestoffeerde meubels of gordijnen zuigt, is het raadzaam om de zuigkracht te verminderen. Hiermee
voorkomt u dat het textiel in de zuigmond wordt getrokken.
nB U kunt de zuigkracht ook snel verlagen door de schuif op de handgreep van de slang open te zetten.
6. S chuif de buizen in elkaar (3a) en schuif deze
daarna op de handgreep van de slang (3b).
7. | S chuif de combizuigmond, of een ander
hulpstuk, op het uiteinde van de buis(3c). U
kunt de combizuigmond of een ander hulpstuk
ook op de handgreep van de slang schuiven.
8. S tel nu de zuigmond in voor het zuigen van
harde of zachte ondergronden door met de voet
de schakelaar in te drukken, zie figuur 3d. Bij
een harde ondergrond drukt u de schakelaar in,
zodat de borstels uit de combizuigmond steken.
Bij een zachte ondergrond trekt u de schakelaar
omhoog.
Accessoires
Bij deze stofzuiger word een gecombineerd
accessoire geleverd:
•
e en kierenzuigmond, met smal mondstuk
om radiatoren, raamkozijnen, kieren,
gaatjes en dergelijke te reinigen;
•
e en kleine borstel, om tere of ongelijke
oppervlakken, meubels, jaloezieën en
dergelijke te reinigen.
WerkinG - opbergen na gebruik
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. H oud de oprolknop ingedrukt om het snoer
automatisch op te rollen.
G eleid het snoer terwijl u het oprolt. Anders kan
het snoer in de knoop raken of kan de stekker
hard tegen de achterkant van het apparaat
slaan. Neem het snoer bij de markering losjes
in uw hand en laat het gecontroleerd door uw
vingers heen naar binnen trekken,zie figuur 5.
3. A an de achterkant van de stofzuiger zit een
bevestigingsgleuf voor de combizuigmond.
Schuif de combinatiezuigmond in de gleuf. Zo
kunt u de stofzuiger gemakkelijk opbergen en
hem snel weer tevoorschijn halen, zonder dat u
de onderdelen uit elkaar hoeft te halen.
reiniGinG en onderhoud
1. R einig de buitenkant van alle onderdelen met een vochtige doek en een reinigingsmiddel dat geschikt is
voor kunststof. Zorg ervoor dat er geen vocht binnenin het apparaat komt.
2. B ij de wielen kan zich in de loop van de tijd stof en vuil ophopen, waardoor ze niet meer goed kunnen
draaien. Reinig deze dus goed.
•
D ompel het apparaat, de stekker en het snoer nooit onder in water.
•
G ebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals messen
of harde borstels) bij het reinigen.
3a
5
3b
3c
3d