11
Voor de beste bescherming moet u ervoor
zorgen dat de riem strak zit en niet verdraaid is.
Zorg ervoor dat de heupgordel zo laag mogelijk
op het bekken van uw kind wordt geplaatst en
niet op de buik van uw kind zit.
Het diagonale deel van de gordel moet op
het sleutelbeen van uw kind in het midden van
de schouder zitten en de nek niet raken. Stel de
hoofdsteun zo nodig af voor een betere positie.
Controleer altijd of uw kind op de juiste
manier is gemonteerd en op het juiste zitje zit
voordat u gaat rijden.
Laat uw kind niet zonder toezicht achter in het
kinderzitje, zelfs niet voor korte tijd.
Bedek het product wanneer het wordt bloot-
gesteld aan direct zonlicht. Onderdelen van het
zitje kunnen te heet worden voor de huid van
uw kind. Controleer de temperatuur voordat u
uw kind op de stoel plaatst.
Gebruik deze stoel niet buiten een voertuig.
Trek de driepuntsgordel uit,
12
plaats deze voor het kind en
vergrendel de tong van de gordel
in de gesp van het voertuig.
Pak de diagonale gordel vast
13
en trek hem naar het oprolmecha-
nisme toe om de heupgordel strak
te trekken.
NL
73
73