12. G e b r u i k a l l e e n p o p c o r n d a t i n e e n v o o r
magnetronovens geschikt materiaal is verpakt.
13. Bewaar geen voedsel of andere voorwerpen in de
magnetronoven.
14. Kontroleer dat de instellingen van de magnetronoven
juist zijn nadat u de oven heeft gestart.
15. Om oververhitting en brand te voorkomen, moet u
goed opletten wanneer u eten met een hoog suikerof
vetgehalte, zoals bijvoorbeeld worstenbroodjes,
gebak of kerstpudding, kookt of opwarmt.
16. Volg alle aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
en in het bijgeleverde kookboek op.
Voorkomen van persoonlijk letsel
WAARSCHUWING:
1. Gebruik de oven niet indien deze is beschadigd
of niet normaal funktioneert. Kontroleer alvorens
gebruik het volgende:
a) Kontroleer dat de deur goed sluit en niet krom
is of anderzijds beschadigd.
b) K o n t r o l e e r d a t d e s c h a r n i e r e n e n
veiligheidsdeurgrendels niet gebroken zijn of
los zitten.
c) Kontroleer dat de deurafdichtingen en
pasvlakken; niet zijn beschadigd.
d) K o n t r o l e e r d a t e r g e e n d e u k e n i n d e
ovenruimte of in de dew zijn.
e) Kontroleer dat het netsnoer en de stekker niet
zijn beschadigd.
2. Gebruik de oven niet met de deur geopend. Breng geen
veranderingen in de veiligheidsdeurgrendels aan.
3. Gebruik de oven niet indien er een voorwerp
tussen de deurafdichtingen en pasvlakken is.
4. Zorg dat er geen vet of vuil is op de aangrenzende
oppervlakken. Volg de aanwijzingen bij "ONDERHOUD
EN REINIGEN" op blz. NL-13 goed op.
5. Personen met een PACEMAKER dienen een dokter
of de fabrikant van de pacemaker te raadplegen
aangaande speciale voorzorgsmaatregelen bij
gebruik van een magnetronoven.
Voorkomen van een elektrische schok
1. De behuizing mag nooit worden geopend of verwijderd.
2. Zorg dat er geen vloeistoffen of andere voorwerpen
in de openingen van de deurvergrendelingen of
ventilatie-openingen komen. Schakel de oven
onmiddelijk uit, trek de stekker uit het stopkontakt
en raadpleeg erkend SHARP onderhoudspersoneel
indien er iets in deze openingen terecht is gekomen.
3. Dompel het netsnoer en de stekker niet in water of
andere vloeistoffen onder.
4. Laat het netsnoer niet over de rand van een tafel,
buffet e.d. hangen.
5. Houd het netsnoer uit de buurt van warme oppervlakken,
vermijd vooral het achterpaneel van de oven.
6. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopkontakt
alvorens de ovenlamp te vervangen.
Voorkomen van een explosie en spatten
van kokend voedsel
1. Gebruik nooit verzegelde containers of bakjes.
Verwijder zegels en deksels alvorens gebruik.
Verzegelde bakjes en dergelijke kunnen zelfs
nadat de oven is uitgeschakeld ontploffen indien
de druk in het bakje te hoog is opgelopen.
2. Let op bij het bereiden van vloeistoffen met de
magnetron. Gebruik altijd flessen of containers met
een wijde hals zodat bellen kunnen ontsnappen.
Kook nooit in flessen met een dunne hals,
zoals baby-zuigflessen, daar de vloeistof
plotseling uit de fles zou kunnen spuiten
met mogelijk brandwonden tot gevolg.
Voorkom dat kokende vloeistof uit de fles spat:
1. Gebruik geen te lange kooktijd (zie blz. NL-16, NL-17).
2. Roer door de vloeistof alvorens het verwarmen/
opwarmen.
3. Steek voor het opwarmen een glazen staaf of
dergelijk voorwerp (geen metaal) in de vloeistof.
4. Laat de vloeistof na het koken ten minste
20 seconden in de oven staan zodat wordt
voorkomen dat de vloeistof later uit de fles spuit.
3. Prik ter voorkomen van het ontploffen van voedsel
de schil of het vel van aardappelen, worstjes, fruit
en dergelijke door alvorens deze te koken.
Voorkomen van brandwonden
1. V o o r k o m b r a n d w o n d e n e n g e b r u i k
ovenhandschoenen of aanzetbare stelen voor
pannen wanneer u het voedsel uit de oven haalt.
2. Voorkom brandwonden door hete stoom en
overkoken en houd open bakjes, popcornschalen,
kookzakken en dergelijk uit de buurt van uw
gezicht en handen.
3. Voorkom brandwonden en test de temperatuur
van het voedsel en roer even door alvorens het
voedsel te serveren. Let vooral op alvorens het
voedsel aan babies, kinderen of ouderen te geven.
De temperatuur van de container komt niet
overeen met de temperatuur van het voedsel of de
vloeistof. Controleer altijd de temperatuur van het
voedsel of de vloeistof.
4. Bij het openen van de deur ontsnapt er hitte
en stoom. Doe daarom bij het openen van de
ovendeur een stap achteruit.
5. Voorkom brandwonden en snij gevuld en gebakken
voedsel door zodat stoom en hitte kan ontsnappen.
6. Houd kinderen uit de buurt van de oven zodat zij
zich niet aan een hete oven kunnen branden.
7. Het achterpaneel van de oven wordt heet. Raak
het niet aan.
Let op kleine kinderen
1. Let op dat kinderen niet aan de deur of oven gaan
hangen. De oven is geen speelgoed.
2. Zorg dat uw kinderen ook van de veiligheidsmaatregelen
op de hoogte zijn. Vertel wat wel en niet gebruikt
kan worden en gevaarlijk is. Benadruk dat
verpakking van bepaalde gerechten (bijvoorbeeld
voor het knapperig maken van voedsel) zeer heet
kan worden.
Overige waarschuwingen
1. Breng op geen enkele manier een verandering in
de oven aan.
2. Verplaats de oven niet terwijl deze werkt.
3. Deze oven dient uitsluitend voor het bereiden van
voedsel en mag derhalve alleen voor voedsel
worden gebruikt. Gebruik de oven niet voor
laboratoriumdoeleinden.
NL-2