DEEL 2.
Instelling Thermostaat
• De thermostaat regelt automatisch de binnentemperatuur van het
koelingscompartiment en het vriezercompartiment. Door de knop van stand 1 naar
5 te draaien wordt de temperatuur kouder.
• Als u voedsel korte tijd in de vriezer bewaart, stel de knop dan in tussen de minimale
en middelste stand.(1 - 3)
• Als u voedsel langere tijd in de vriezer bewaart, stel de knop dan in op de middelste
stand.(3-4)
• Let op: de omgevingstemperatuur, de temperatuur van pas opgeslagen voedsel en
hoe vaak de deur wordt geopend, zijn van invloed op de temperatuur in het
koelingscompartiment. Wijzig, indien nodig, de temperatuurinstelling.
Als u koelkast onvoldoende afkoelt;
Uw koelkast is ontworpen om te werken bij kamertemperatuur intervallen vermeld in
de normen, op basis van de klimaatklasse vermeld in de informatietabel. We raden af uw
koelkast te gebruiken buiten de vermelde temperatuurwaarden met betrekking tot de
efficiëntie van de koeling.
• Tropische klimaatklasse wordt beschreven als tussen 16°C en 43°C
omgevingstemperaturen in overeenstemming met EN ISO15502 normen.
• Het toestel is conform met EN15502, IEC60335-1 / IEC60335-2-24, 2004/108/EC
normen.
DE VERSCHILLENDE FUNCTIES EN
MOGELIJKHEDEN
Klimaatklasse
NL - 40 -
Omgevingstemperatuur C°
T
Tussen 16 en 43. C°
ST
Tussen 16 en 38. C°
N
Tussen 16 en 32. C°
SN
Tussen 10 en 32. C°