De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De functie voor het
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het
apparaat is uitgeschakeld.
t Schakel het apparaat uit.
De kaartafstandsbediening werkt niet.
Als de functie voor het uitschakelen van de monitor is
ingeschakeld (geen verlichting), kan de
kaartafstandsbediening niet worden gebruikt
(pagina 14).
De menu-items kunnen niet worden
geselecteerd.
Niet-beschikbare menu-items worden in grijs
weergegeven.
AUX kan niet worden geselecteerd als bron.
Alle AUX-inganginstellingen zijn ingesteld op "OFF".
t Stel "AUX1 Input"/"AUX2 Input" in op "Video"
of "Audio" (pagina 66).
Radio-ontvangst
De zenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• De aansluiting is niet juist.
t Sluit de bedieningskabel elektrische antenne
(blauw) of voedingskabel voor accessoires (rood)
aan op de voedingskabel van de auto-
antenneversterker (alleen als uw auto is uitgerust
met een FM/MW/LW-antenne in de achter- of
zijruit).
t Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
t Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de
bedieningskabel van de elektrische antenne.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
• De lokale zoekfunctie is niet correct ingesteld.
t Het afstemmen wordt te vaak onderbroken:
Stel "Local" in op "ON" (pagina 20).
t Het afstemmen stopt niet bij een zender:
Stel "Mono" in op "ON" (pagina 20).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding
"Stereo".
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stel "Mono" in op "ON" (pagina 20).
Een stereo-uitzending van een FM-programma
wordt in mono weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Stel "Mono" in op "OFF" (pagina 20).
RDS
Seek begint na enkele seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Schakel TA uit (pagina 26).
Geen verkeersinformatie.
• Schakel TA in (pagina 26).
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen
verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "None" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Er zijn geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet door.
De programmaservicenaam knippert.
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
t Raak ./> aan terwijl de
programmaservicenaam knippert. "PI Seek" wordt
weergegeven en het apparaat gaat zoeken naar een
andere frequentie met dezelfde PI-gegevens
(programma-identificatie).
Beeld
Er wordt geen afbeelding of een onduidelijke
afbeelding weergegeven.
• Het apparaat is niet goed aangesloten.
• Controleer de aansluiting van het aangesloten
apparaat en stel de bronkeuzeschakelaar in op dit
apparaat.
• Disc defect of vuil.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het apparaat onder een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• De parkeerremkabel (lichtgroen) is niet aangesloten
op het schakelsnoer van de handrem of de parkeerrem
wordt niet gebruikt.
De afbeelding past niet op het scherm.
Er wordt een vaste breedte-/hoogteverhouding op de
DVD gebruikt.
Er wordt geen afbeelding of een onduidelijke
afbeelding weergegeven op de monitor
achterin.
• Een bron/stand die niet is aangesloten, is
geselecteerd. Als er geen invoer is, wordt er geen
beeld weergegeven op de monitor achterin.
• De instelling voor het kleursysteem is onjuist.
t Stel het kleursysteem in op "PAL" of "NTSC" op
basis van de aangesloten monitor (pagina 58).
• Het beeld van de achteruitkijkcamera wordt
weergegeven op dit apparaat.
t Er wordt geen beeld weergegeven op de monitor
achterin als het beeld van de achteruitkijkcamera
wordt weergegeven op dit apparaat.
vervolg op volgende pagina t
75