DE RICHTING VAN DE MAND WIJZIGEN - AFBEELDING 14-16: Om de richting van de mand
te wijzigen, druk op de knop zoals weergegeven in afbeelding 14-15. Trek de mand naar
buiten, draai hem naar de gewenste kant en plaats hem terug in de daarvoor bestemde
gaten.
AANPASSEN VAN DE VOETSTEUN - FIGUUR 17: Om de voetsteun in de gewenste stand te
zetten, drukt u op de plastic hendel aan de buitenkant van de kinderwagen (Figuur17).
DE RUGLEUNING INSTELLEN - FIGUUR 18: Om de rugleuning te verstellen, drukt u op de
plastic hendel aan de buitenkant van de kinderwagen (Figuur 18).
TALLEREN VAN DE BAGAGEBAK - FIGUUR 19: Installeer de bagagemand door de riemen
rond het frame van de kar te bevestigen, in de posities als getoond in Figuur 19.
Voorzichtig! De maximale belasting van de bagagekorf mag niet meer dan 2,5 kg bedragen.
MONTAGE EN GEBRUIK VAN DE OVERKapping - FIGUREN 20-24: Volg de stappen in de
figuren 20-24 om de overkapping te installeren en te gebruiken.
EEN 5-PUNTS VEILIGHEIDSGORDEL GEBRUIKEN - AFBEELDING 25-27: Volg de stappen die
worden weergegeven in afbeelding 25-27. Om de gordel vast te maken, steek de twee
heupgordellipjes aan beide kanten in de gesp - ze moeten klikken als ze goed zitten. De
schoudergordels worden bevestigd door de metalen lipjes bij elkaar te brengen en in de
gesp te steken. De schuifregelaars zitten op hun plaats en moeten aan elke kant zorgvuldig
worden afgesteld, zodat de gordel goed om uw kind zit zonder ongemak te veroorzaken.
Om de gordel los te maken, drukt u op de knop op de gesp en trekt u hem open. 9.
Gordelontgrendeling
HET FRAME VAN DE KINDERWAGEN INKLAPPEN – AFBEELDING 28-33: Voordat u de
kinderwagen inklapt, moet u de parkeerinrichting activeren, de luifel inklappen en de
bagagemand leegmaken. Volg de volgorde van stappen beschreven in afbeelding 28-33. Om
de stoel in te klappen, drukt u op de plasmahendel zoals aangegeven in de figuren 28 en
29. Duw de zitting naar beneden zoals aangegeven in figuur 30. Druk tegelijkertijd op de
knop van het vouwmechanisme op de handgreep en op de wagen zelf (figuren 31 en 32).
Duw de hendel naar voren totdat de wagen is ingeklapt. Eenmaal opgevouwen is de wagen
compact en comfortabel te dragen (figuur 33).
Let op! Zorg er bij het inklappen van de kinderwagen voor dat uw kind of andere kinderen
op veilige afstand blijven. Zorg ervoor dat tijdens deze handelingen de bewegende delen
van de kinderwagen niet in contact komen met uw
kind.
RICHTLIJNEN VOOR REINIGING EN ONDERHOUD
1. Controleer regelmatig de vergrendelingen, remmen, veiligheidsgordels en gespen,
verbindingen en vergrendelingsmechanismen om er zeker van te zijn dat ze in goede staat
verkeren en niet versleten of beschadigd zijn.
2. Als u losse, kapotte of beschadigde onderdelen aantreft, moeten deze worden
gerepareerd door een erkend servicecentrum of worden vervangen door originele
onderdelen. Anders vervalt de garantie van de kinderwagen.
71