CARRY-BIKE
NL
Lees de volgende instructies en waarschuwingen zorgvuldig door; niet-naleving van deze montage- en
bedieningsvoorschriften en van de verkeersregels in het land van gebruik kan ernstige schade veroorzaken
waarvoor de fabrikant niet verantwoordelijk is. Controleer voor de montage of deze compatibel is met het
voertuig waarop het product moet worden geïnstalleerd.
Het is verplicht om altijd de voldoende stevigheid van de wand/achterklep van het voertuig te controleren en of
het geschikt is om de weerstand van de ankerpunten te kunnen garanderen. Zoniet is de afdichting alsook de
naleving van de maximale belasting zoals aangegeven in de instructies niet gegarandeerd en moet deze worden
versterkt.
Na montage van de Carry-Bike op de achteras van het voertuig is de normale gewichtsverdeling op de twee
assen gewijzigd. Deze wijziging mag het maximaal toegestane gewicht per as niet overschrijden.
Overschrijdt nooit de maximumlengte en de technisch toelaatbare maximummassa van het voertuig in volledig
geladen toestand.
Zorg voor een goede gewichtsverdeling van de lading: de lading moet gelijkmatig verdeeld zijn (de zwaarste
fi etsen moeten op de dichtst tegen de achterwand aanliggende wielgoten worden geplaatst) voor een maximale
stabiliteit en mag niet breder zijn dan de maximale breedte van het voertuig.
De aanwezigheid van de fi etsendrager moet steeds worden aangeven met een kenteken voor overhangende
ladingen en bij verminderd zicht naar achteren is het gebruik van hulpspiegels aanbevolen.
Houd steeds rekening met de aanwezigheid van de Carry-Bike, wees voorzichtig tijdens het rijden en vooral bij
het achteruitrijden, in het bijzonder als het voertuig is uitgerust met parkeersensoren.
Controleer bij gebruik van een aanhangwagen of de trekhaak toegankelijk is en of de ruimte voor de
hoekbeweging van de aanhangwagen in acht genomen wordt volgens DIN 74058.
Controleer regelmatig de bevestiging van de fi etsendrager, vooral na de eerste kilometers na installatie en
telkens vóór en na lange ritten, om schade aan de Carry-Bike en/of van het voertuig te voorkomen. Controleer
regelmatig de rubberen delen onder de bovenste en/of onderste beugels, evenals de riemen. Vervang poreuze
of versleten bevestigingsmiddelen onmiddellijk.
Controleer of de beugels zijn geplaatst in zones waar geen verschuivingen en/of zijdelingse verplaatsingen
mogelijk zijn. Controleer ook of ze het dak van het voertuig niet raken en de beweging van de achterklep
inclusief schroeven en bouten niet hinderen.
Tijdens installatie mag de achterklep niet worden gesloten als de schroeven en de onderste beugels van de
Carry-Bike niet zijn vastgedraaid.
Controleer bij het openen van de achterklep of het frame van de Carry-Bike en/of de Bike-Blocks niet tegen het
dak (hoog dak) en/of de openingssystemen (hefdak) komt/komen.
Controleer bij het bevestigen van de fi etsen of er voldoende afstand is tussen de sturen en/of de pedalen en de
achterruit van het voertuig om glasschade te voorkomen. Verwijder eventuele accessoires (kinderzitjes, manden,
enz.) van de fi etsen die als gevolg van trillingen kunnen loskomen.
In sommige gevallen kan de werking van achterste ruitenwisser worden gehinderd door de aanwezigheid van
de fi etsen. Controleer de wisslag alvorens de achterste ruitenwisser in te schakelen.
Op dit type Carry-Bike is de montage van fi etshoezen (Bike Cover) niet mogelijk.
19