•
Stop de motor en schakel de aandrijving naar het hulpstuk uit,
- Voordat u tankt;
- voordat u de opvangzak verwijdert;
- voordat u de hoogte verstelt tenzij de hoogte vanuit de
bestuurdersplaats kan worden ingesteld.
•
Minder gas tijdens het uitlopen van de motor, en als de motor
met een afsluitklep is uitgerust, moet u de brandstoftoevoer
aan het einde van het maaien afsluiten.
WAARSCHUWING: KINDEREN KUNNEN VERWOND
WORDEN DOOR DEZE APPARATUUR. De American
Academy of Pediatrics adviseert dat kinderen minimaal
12 jaar moeten zijn voordat ze een lopend bediende
gazonmaaier gebruiken en minimaal 16 jaar moeten
zijn voordat ze een rijdende gazonmaaier gebruiken.
•
Bij het laden of ontladen van de machine mag de maximaal
aanbevolen bedieningshoek van 15° niet worden overschre-
den.
•
Draai een geschikte persoonlijke beschermingsuitrusting
(Personal Protective Equipment, PPE) tijdens het gebruik
van deze machine, inclusief (minimaal) stevige schoenen,
een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Maai niet met
laag schoeisel en/of schoeisel met open tenen.
•
Trillingsniveaus vermeld in deze handleiding zijn niet aange-
past voor blootstelling van de werknemer aan trillingen.
Werkgevers dienen de waarden overeenkomstig de bloot-
stelling gedurende 8 uur (A(8)) en de limiet voor blootstelling
van de werknemer overeenkomstig te berekenen.
•
Laat altijd aan iemand weten dat u buiten aan het maaien
bent.
IV. ONDERHOUD EN OPSLAG
•
Houd alle moeren, bouten en schroeven goed vastgedraaid
zodat u er zeker van kunt zijn dat de machine in een veilige
bedrijfsstaat verkeert.
•
Sla de machine nooit in een gebouw op, waar dampen een
open vlam of vonk kunnen bereiken, terwijl zich benzine in
de tank bevindt.
•
Laat de motor afkoelen voordat u hem in een besloten ruimte
opbergt.
•
Beperk brandgevaar: houd de motor, geluiddemper, ac-
curuimte en benzine-opslagruimte vrij van gras, bladeren
of een overmaat aan smeervet.
•
Controleer de opvangzak vaak op slijtage of verwering.
•
Vervang versleten of beschadigde onderdelen om
veiligheidsredenen.
•
Als de brandstoftank afgetapt moet worden, moet dit buiten
worden gedaan.
•
Op machines met meerdere messen dient u eraan te den-
ken dat het draaien van één mes andere messen kan doen
draaien.
•
Wanneer de machine moet worden geparkeerd, opgeslagen
of alleen moet worden gelaten, moet de maai-inrichting
neergelaten worden tenzij een mechanische vergrendeling
wordt gebruikt.
WAARSCHUWING: Maak de bougiekabel altijd los,
plaats hem waar hij de bougie niet kan raken teneinde
onverhoeds starten te voorkomen tijdens het opstel-
len, vervoeren, afstellen of uitvoeren van reparaties.
14