06. INDIENSTSTELLING
VAN DE ONTHARDER
Voor het in bedrijf stellen van de
waterontharder zijn de volgende stappen
aanbevolen. Gelieve te wachten met
het vullen van de waterontharder met
zout tot het einde van de inbedrijfstelling
overeenkomstig de onderstaande
richtlijnen.
M
Vul de ontharder met ongeveer 10l
water (de aircheck moet minstens
volledig in het water zitten). Vul nog
niet met zout!
M
Spoelen van de leidingen.
Zet de bypass in bypass-positie. Open
de hoofdkraan van het gebouw en
open ook een waterkraan in de buurt
van de ontharder en laat het water
stromen gedurende enkele minuten.
Mogelijke onzuiverheden die het
gevolg zijn van de installatie kunnen zo
verwijderd worden. Sluit de Bypass als
het water helder is geworden.
M
Sluit de ontharder aan op het
elektriciteitsnetwerk en zet de klep
in positie "tegenspoelen". Eenmaal
de klep in deze positie staat, kan de
ontharder best terug losgekoppeld
worden van het elektriciteitsnetwerk.
M
Open de bypass. De fles met harsen
loopt vol en eventuele onzuiverheden
in het harsbed worden weggespoeld
naar de afvoer. Het is best om, indien
mogelijk, het debiet initieel te beperken
zodat de harsfles traag wordt gevuld
(door bijvoorbeeld de hoofdkraan
slechts gedeeltelijk te openen).
M
Sluit de ontharder opnieuw aan op
het elektriciteitsnetwerk.
M
Zet de klep in positie "pekel en trage
spoeling". Ga na of het water in de bak
wordt opgezogen. Wacht tot het water
volledig is opgezogen tot aan het
niveau van de aircheck.
M
Zet de klep nu in positie "opnieuw
vullen". Deze fase moet volledig
worden uitgevoerd. Ga na of er tot
het einde van deze fase water naar de
zoutbak wordt gestuurd (indien niet,
is er waarschijnlijk een probleem met
de positie van de vlotter). Ga na of
de hoeveelheid water in de zoutbak
overeenkomt met de verwachtingen.
Gebruikshandleiding AG-SOFT
23