OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN
Opmerking!
Voor het verwijderen van de onderdelen uit de compressor eerst de
stroom uitschakelen.
De tank ontluchten voordat er onderdelen uit de compressor-unit
verwijderd worden.
1. Compressor start niet:
a) Geen stroom op het leidingnet. Controleer de zekeringen en de stekker.
b) Draadbreuk of losse verbinding in de drukschakelaar.
c) Het startrelais is defect. Neem contact op met uw JUN-AIR dealer.
d) De drukschakelaar is defect en schakelt de compressor niet in.
e) De thermische beveiliging heeft de compressor als gevolg van oververhitting
uitgeschakeld. Zodra de compressor is afgekoeld, zal deze automatisch worden
ingeschakeld. Volg de punten in Deel 4.
f) De druk in de tank is te hoog voor het inschakelen van de drukschakelaar. De
drukschakelaar zal alleen schakelen zodra de druk is gedaald tot de ingestelde
startdruk. Laat de tank leeglopen.
g) De compressor is niet leeg en de zuiger ondervindt tegendruk. Demonteer en
controleer het drukontlastventiel (fig. 1). De tegendruk kan het gevolg zijn van
een lekkende terugslagklep. Hierdoor lekt perslucht uit de tank terug in de
motor van de compressor. Demonteer de terugslagklep en vervang de O-ring
(fig. 2).
h) Condensator defekt.
2. Compressor werkt wel, maar bouwt geen of heel langzaam druk
op:
a) Het transportdopje zit nog op de luchtinlaat en is nog niet vervangen door het
aanzuigfilter (fig. 3).
b) Het aanzuigfilter is verstopt. Vervang de filter.
c) Lekkende fittingen, slangen of pneumatisch gereedschap. Controleer dit met
zeepsop of trek's nachts de stekker uit het stopcontact. Drukverval mag niet
meer zijn dan 1 bar.
d) Verstopte terugslagklep of drukleiding. Reinig of vervang de onderdelen
(fig. 2).
e) Zodra de compressor draait treedt lekkage bij het ontluchtingsventiel op.
Controleer of vervang het ontluchtingsventiel (fig. 1).
f) Defecte ventielplaat. Neem contact op met uw JUN-AIR dealer.
3. Compressor maakt brommend geluid:
a) Gebroken ophangve(e)r(en) van de motor. Vervang de veer en zorg dat de
motor horizontaal staat.
b) De interne drukleiding raakt het huis met de koelribben of het cilinderblok.
Demonteer het huis met de koelribben en buig de drukleiding in een andere
richting.
4. Compressor wordt erg heet en/of verbruikt veel olie:
a) De oliestand is te hoog. Het oliepeil moet in het kijkglaasje zichtbaar zijn
(fig. 4).
b) Er is verkeerde olie gebruikt. Gebruik uitsluitend SJ-27 synthetische olie, deze
heeft de juiste viscositeit.
c) Leidinglekkage. Zie punt 2c.
d) Verstopt aanzuigfilter. Zie punt 2b.
e) Te hoge omgevingstemperatuur. Plaats de compressor alleen in ruimtes die
zeer goed worden geventileerd (fig. 5).
f) De compressor wordt overbelast (d.w.z. langer dan 50% van de draaitijd).
Neem contact op met uw Jun-Air dealer.
5. Compressor draait terwijl geen lucht wordt afgenomen:
a) Lekkages. Zie punt 2c.
6. Compressor slaat ongebruikelijk vaak aan en af:
a) Grote hoeveelheid condenswater in de tank. Leeg de tank via de aftapkraan
(fig. 6).
b) Lekkages. Zie punt 2c.
Gebruiksaanwijzing
(fig. 1)
(fig. 2)
(fig. 3)
(fig. 4)
(fig. 5)
(fig. 6)
37