WIRELESS
Volg voor de configuratie de onderstaande instructies, waarbij u er rekening mee houdt dat
het eerste geïnstalleerde apparaat de MASTER zal zijn en alle andere opeenvolgende
SLAVE TEGENOVERGESTELD aan MASTER en SLAVE HETZELFDE als MASTER
UNIT.
WAARSCHUWING: de MASTER is het enige apparaat die opdrachten ontvangt van het
bedieningsapparaat, die de omgevingsomstandigheden detecteert via de sensoren en dus
het hele systeem bestuurt.
In het geval van een grote binnenruimte of systemen op meerdere verdiepingen, wordt het
aanbevolen om het systeem op te splitsen in zones (woongedeelte-slaapgedeelte of 1e
verdieping-2e verdieping) voor eenvoudigere bediening van de units.
Na het instellen van de afzonderlijke apparaten, is het noodzakelijk om een codering te
maken die gemeenschappelijk is voor alle systemen, zodat de eenheden onderling
samenwerken, waarbij interferentie met aangrenzende systemen wordt vermeden.
Zie in het onderstaande schema de 6 dip-schakelaars 0/1 die nodig zijn om één codering
voor elk systeem te maken.
WAARSCHUWING: de fabrieksinstelling van dip-schakelaars is 0 (UIT), dus wordt
aanbevolen om minstens 1 van de dip-schakelaars op 1 (AAN) in te stellen om het
systeem uniek te coderen.
14