Télécharger Imprimer la page

Aquacontrol Exclusiv 2,4 Mode D'emploi page 117

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 70
gemeten actuele waarde van de instelwaarde met Δ 1 met maximale capaciteit.
Benadert de actuele waarde binnen het p–bereik de instelwaarde, dan neemt de
doseercapaciteit proportioneel af. D.w.z.: bij een afwijking van bijv. Δ 0,5 werkt de
pomp slechts met 50% van de maximale capaciteit.
4.4 Minimaal alarm (↓): [6.80]
Onderste alarmwaarde waaronder een alarm wordt geactiveerd.
4.5 Maximaal alarm (↑): [7.60]
Bovenste alarmwaarde waarboven een alarm wordt geactiveerd.
5
Rx-instellingen
5.1 Test sonde
Dompel de Rx-sonde in de bufferoplossing 475 mV en start de test door op de toets OK
te drukken.
5.2 Rx-instelwaarde: [650 mV]
De dissociatiecurve van de chloorwaarde afhankelijk van de pH-waarde moet in acht
worden
genomen.
100
80
60
40
20
0
Via het redoxpotentiaal bestuurt de installatie de zoutelektrolyse. Stel eerst de pH-
waarde in het zwembadwater in. Daarna moet de gewenste hoeveelheid chloor aan het
zwembadwater worden toegevoegd. Wij adviseren 0,3-0,6 mg/l gemeten volgens de
DPD–methode. Lees nu op het regelapparaat de gemeten redoxspanning af en stel de
instelwaarde volgens de afgelezen waarde in. Omdat elk water andere redoxwaarden
(ook bij dezelfde chloorconcentratie) heeft, kunnen wij hiervoor geen basisinstelling
specificeren. Deze komt dus niet noodzakelijkerwijs overeen met de fabrieksinstelling
van de instelwaarde. Na ca. 2-3 weken of elke keer dat de installatie wordt bijgevuld,
moet de instelwaarde worden vergeleken met de gewenste chloorwaarde en indien
nodig worden bijgesteld, omdat de effectieve redoxwaarde pas afvlakt wanneer de
HCLO
pH 6
pH 6,5 pH 7,0 pH 7,5 pH 8,0 pH 8,5 pH 9,0
116

Publicité

loading