3.
Meet de gewenste hoeveelheid rijst af met
behulp van de meegeleverde maatbeker.
Als richtlijn geldt: een afgestreken maatbeker -
gevuld met rijst - komt overeen met een portie
voor één persoon. Stel voor uzelf de juiste hoe-
veelheid rijst / water vast door enkele keren
uitproberen.
4.
Was de losse rijst grondig en laat deze in een
zeef afdruipen. Als u de rijst niet wast, kan het
kookresultaat slecht zijn en kan er meer schuim-
en stoomontwikkeling in de kookpan 4 ont-
staan.
5.
Na het wassen doet u de rijst in de kookpan
4 en strijkt u de rijst glad.
Opmerking
Doe ten minste 2 maatbekers rijst in de rijstkoker!
Minder rijst kan tot slechte kookresultaten leiden!
6.
Vervolgens giet u er water in tot aan de ove-
reenkomstige CUP-markering in de kookpan
4:
• 2 maatbekers rijst =
water tot aan CUP-markering "2"
• 4 maatbekers rijst =
water tot aan CUP-markering "4"
• 6 maatbekers rijst =
water tot aan CUP-markering "6"
• 8 maatbekers rijst =
water tot aan CUP-markering "8"
• 10 maatbekers rijst =
water tot aan CUP-markering "10"
Afhankelijk van de smaakrichting kan er ook
zout aan de rijst worden toegevoegd.
Opmerking
Afhankelijk van de rijstsoort kan het voorkomen, dat
u iets meer of iets minder water moet toevoegen om
tot een optimaal kookresultaat te komen. Varieer de
hoeveelheid water volgens uw eigen ervaringen en
smaak.
7.
Na het vullen plaatst u de kookpan 4 in de
behuizing van de rijstkoker. Let erop, dat er
geen vocht en rijst aan de buitenzijde van de
kookpan 4 zit om vervuiling in het kookbereik
te voorkomen. Eventueel moet de buitenkant
drooggemaakt worden met een schone doek.
Opmerking
Dit apparaat is uitgerust met een veiligheidsschake-
laar: de kookprocedure kan niet worden gestart met
een lege kookpan 4.
Sluit het deksel 2.
8.
9.
Steek het aansluitsnoer in de aansluiting 8
aan de kant van het apparaat.
10. Steek de stekker in een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact. Het gele controle-
lampje
5 brandt.
LET OP:
tijdens het garingsproces komt er stoom uit het stoom-
gaatje 1. Houd nooit handen of andere lichaams-
delen boven het stoomgaatje 1 tijdens het garings-
proces. Er bestaat het gevaar voor brandwonden!
11. Druk de functiekeuzeknop 7 omlaag. Het
gele controlelampje
rode controlelampje
Het koken begint.
Opmerking
Als de kookpan 4 niet is ingezet, dan kan de func-
tiekeuzeknop 7 niet op "Koken" worden gezet.
Zodra de rijst heeft gekookt, schakelt de rijstkoker
automatisch terug naar de warmhoudfunctie. Het
rode controlelampje
controlelampje
Laat de rijst - met het deksel op de pan 2 - nog ten
minste 15 minuten in de kookpan 4.
- 28 -
5 gaat uit en het
6 gaat branden.
6 gaat uit en het gele
5 gaat weer branden.