8. Ingebruikname
Het apparaat wordt warm tijdens het gebruik. Zorg voor voldoende ventilatie; de behuizing mag niet afge-
dekt worden!
Laad loodaccu's nooit op in een afgesloten houder.
Zorg bij het opladen voor voldoende ventilatie en voorkom open vuur!
Bij het opladen kunnen explosieve gassen ontstaan. Houd kinderen uit de buurt!
Open voor het opladen van accu's met vloeibaar zuur de sluitstoppen van de afzonderlijke cellen.
Laat de accubehuizing ca. 2 minuten luchten, zodat vuurgevaarlijke gassen kunnen verdampen!
Controleer het vloeistofniveau en vul dit eventueel bij.
Controleer ook bij langere laadduur (overwintering) regelmatig de vloeistof. Draag een veiligheidsbril!
Kiep loodzuuraccu's niet om. Vermijd ieder contact met de accuvloeistof, omdat dit tot ernstige chemische
brandwonden kan leiden.
Wanneer u in contact komt met accuzuur, spoel dan de betreffende plek (huid, kleding, enz.) direct met
rijkelijk water schoon om het accuzuur te verdunnen.
Raadpleeg bij huidcontact altijd direct een dokter.
Bij langdurige opslag dienen loodzuuraccu's om de drie maanden te worden opgeladen om een volledige
ontlading te voorkomen.
Zorg ervoor dat de accucontacten nooit worden kortgesloten.
Neem bij het aansluiten van accu's altijd de polariteit en de oplaadvoorschriften van de betreffende accu-
fabrikant in acht.
a) Een accu opladen
• Zorg er eerst voor dat uw accu met deze oplader kan worden opgeladen. Het moet een loodzuur-, loodvlies-
(AGM) of gelaccu met 6 V of 12 V zijn. Neem daarvoor ook het hoofdstuk "Technische gegevens" in acht.
Laad in geen geval accu's met andere bedrijfsspanningen op met deze oplader!
• Verbind de voor uw doel/uw autocontacten geschikte adapterkabels met de laadkabel van de oplader. De stekkers
passen alleen volgens de juiste poolrichting in elkaar. Let op een betrouwbaar contact van de stekkerverbinding.
De vergrendeling moet vastklikken.
• Bij het losdraaien van de verbinding van de adapterkabel van de laadkabel drukt u eerst lichtjes op de sluiting van
de vergrendeling en trekt u de uiteinden van de kabels uit elkaar. Trek nooit met geweld aan de kabels voordat u
de vergrendeling heeft geopend.
• Steek de stekker van de oplader in een stopcontact (100-240 V/AC, 50/60 Hz). De lader wordt geïnitialiseerd en
test iedere afzonderlijke laadfunctie. De indicatie-led's branden eventjes.
33