Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
NE
GEBRUIKSPROBLEMEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
GEBRUIKSPROBLEMEN
De luchtverhitter start niet.
De luchtverhitter stopt met branden en lampje (1) gaat branden.
De gastoevoer wordt onderbroken. De vlam gaat uit.
De luchtverhitter verbruikt te veel brandstof.
De luchtverhitter kan niet worden uitgeschakeld via de hoofdschakelaar.
Het toestel heeft geen spanning/ gaat na een paar seconden
1
uit.
2
Motor overbelast (ventilator draait onregelmatig of is
3
De stand van de thermostaat is incorrect.
4
Stekker van thermostaat is niet verbonden
5
Schakelaar (4) defect
6
Storing in de branderautomaat
7
Geen gasdruk voor het magneetventiel
8
Magneetventiel gaat niet open.
Ionisatie- en/of ontstekingspen verkeerd ingesteld
9
10
Beschermrooster van de ventilator is vuil
11
Maximaal thermostaat wordt ingeschakeld.
12
Maximaal thermostaat defect
13
Thermisch gasventiel blijft niet open
14
Ontsteking werkt niet
15
Thermokoppel wordt niet warm
16
Stroomonderbreker op thermokoppel is defect
17
Drukregelaar defect
18
Gaslek
19
Magneetventiel sluit niet
20
Onvoldoende luchtstroom
21
MIcroschakelaar defect
All manuals and user guides at all-guides.com
REMEDIE
Oorzaak
6
Oplossing
Netstekker aansluiten en spanning controleren.
Stekker omdraaien (apparaat is fasegevoelig).
Motor en ventilator controleren en indien nodig vervangen.
Controleer of de spanning 230 volt is.
Thermostaat goed instellen.
Themostaatstekker aansluiten
Gastoevoer a suiten, stekker loskoppelen en schakelaar vervangen.
Branderautomaat vervangen
Controleer of de gaskraan open is.
Controleer of de gascilinder gevuld is; druk de knop van de
gasbreukbeveiliging in.
Controleer het magnetventiel.
Controleer de electrische aansluiting.
Controleer de maximaal thermostaat.
Afstellen volgens de tekening.
De ionisatiepen vervangen
Reinig het beschermrooster.
Controleer het aan- en uitvoerrooster op vervuiling.
Controleer of er voldoende verse lucht wordt aangevoerd.
Controleer of de lucht vrij kan uitstromen.
Thermostaat controleren en eventueel vervangen.
Houdt de ventielknop voor ongeveer 10 seconden ingedrukt.
Controleer de verbinding tussen de trafo en de ontstekingspen op
kortsluiting.
Controleer de afstelling van de ontstekingspen.
Controleer de positie van de thermokoppel
Controleer en vervang indien nodig de thermokoppel.
Maak de uitgangen schoon of vervang de thermokoppel in zijn geheel
Vervang de drukregelaar
Lek opzoeken met zeepsop en defect onderdeel vervangen.
Gastoevoer sluiten, wachten tot de vlam gedoofd is en daarna
stekker verwijderen. Demonteer nu het magneetventiel en maak het
schoon. Het magneetventiel kan eventueel vervangen worden.
Controleer of beide beschermroosters goed schoon zijn.
Controleer de lucht in de microschakelaar.
OORZAAK
1-2-3-4-5-6
6-7-8-9-10-20-21
9-10-11-17
17-18
5-6-12-19
Publicité
