Beschrijving
4 – Storing in de aanvoer van de
Ventilator
5 – Storing van de afvoer van de
Ventilator
6 - Toevoerfilter verstopt
7 - Afvoerfilter verstopt
9 - Storing warmtewisselaar 1
10 - Storing warmtewisselaar 2
12 - Storing sensor CO2
15 – Storing van de warmte
Pomp
16 - Aanvoer – Storing van de
sensor van de
Buitentemperatuur
(T-EXT1)
17 - Aanvoer – storing van de
sensor van de
Temperatuur na de
Recuperator
(T-EXT2)
18 - Aanvoer – storing van de
sensor van de
temperatuur in het aanvoer
kanaal (T-EXT3)
19 - Aanvoer – storing van de
warmtesensor
Na de tweede
warmtewisselaar (T-EXT4)
20 - Afvoer – storing van de
sensor van de
temperatuur in het afvoer
kanaal (T-INT0)
21 - Afvoer – Storing van de
sensor van de
temperatuur in het afvoer
kanaal (T-INT1)
Gedrag van de een-
heid
Het apparaat werkt niet
Oververhitte ventilator of fout van
thermisch contact van de toevoer-
ventilator
Het apparaat werkt niet
Oververhitte ventilator of fout van
thermisch contact van de toevoer-
ventilator
De eenheid ventileert
Verstopte filter
De eenheid ventileert
Verstopte filter
De eenheid ventileert
De oververhitting van de elektri-
sche warmtewisselaar of bescha-
digde sensor. De thermostaat van
de omvormer is geopend.
De eenheid ventileert
De oververhitting van de elektri-
sche warmtewisselaar of bescha-
digde sensor. De thermostaat van
de omvormer is geopend.
De eenheid ventileert
Onjuiste functie van de sensor voor
de luchtkwaliteit
Het apparaat ventileert
Storing warmtepomp
Het apparaat werkt niet
Storing van de temperatuursensor
Het apparaat werkt niet
Storing van de temperatuursensor
Het apparaat werkt niet
Storing van de temperatuursensor
Het apparaat werkt niet
Storing van de temperatuursensor
Het apparaat werkt niet
Storing van de temperatuursensor
Het apparaat werkt niet
Storing van de temperatuursensor
2VV. Creating innovative solutions for you and your business since 1995.
Mogelijk probleem
Bepaal de oorzaak van de oververhitting van de motor
(defecte lager, mechanische storing, kortsluiting...) of
vervang de motor indien nodig
Bepaal de oorzaak van de oververhitting van de motor
(defecte lager, mechanische storing, kortsluiting...) of
vervang de motor indien nodig
Controleer de toestand van de filter en vervang event.
de filter. Als de eenheid niet met druksensoren voor de
filter uitgerust is, voer RESETTEN van de verstopping van
de filter uit zoals in de handleiding beschreven
Controleer de toestand van de filter en vervang event.
de filter. Als de eenheid niet met druksensoren voor de
filter uitgerust is, voer RESETTEN van de verstopping van
de filter uit zoals in de handleiding beschreven
Controleer of de lucht door de eenheid onbelemmerd
kan stromen en of de elektrische warmtewisselaar vol-
doende koelt. Controleer of de veiligheidsthermostaat
op de elektrische naverwarmer niet beschadigd is.
Controleer of de lucht door de eenheid onbelemmerd
kan stromen en of de elektrische warmtewisselaar vol-
doende koelt. Controleer of de veiligheidsthermostaat
op de elektrische naverwarmer niet beschadigd is.
Controleer of de CO2 sensor juist aangesloten is,
controleer event. de juiste functie van de CO2 sensor
(uitgangssignaalwaarde)
Controleer de juistheid van foutinput in het elektronisch
systeem, controleer eventueel de juiste functie van de
warmtepomp (volg de instructies van de fabrikant van
de warmtepomp)
Controleer of de sensor correct is aangesloten op de
elektronica, en test eventueel de functionaliteit van
de sensor door het meten van de weerstand (de weer-
standswaarde bij +20°C is ongeveer 10kW)
Controleer of de sensor correct is aangesloten op de
elektronica, en test eventueel de functionaliteit van
de sensor door het meten van de weerstand (de weer-
standswaarde bij +20°C is ongeveer 10kW)
Controleer of de sensor correct is aangesloten op de
elektronica, en test eventueel de functionaliteit van
de sensor door het meten van de weerstand (de weer-
standswaarde bij +20°C is ongeveer 10kW)
Controleer of de sensor correct is aangesloten op de
elektronica, en test eventueel de functionaliteit van
de sensor door het meten van de weerstand (de weer-
standswaarde bij +20°C is ongeveer 10kW)
Controleer of de sensor correct is aangesloten op de
elektronica, en test eventueel de functionaliteit van
de sensor door het meten van de weerstand (de weer-
standswaarde bij +20°C is ongeveer 10kW)
Controleer of de sensor correct is aangesloten op de
elektronica, en test eventueel de functionaliteit van
de sensor door het meten van de weerstand (de weer-
standswaarde bij +20°C is ongeveer 10kW)
Oplossing