12 Ontdooien ............................... 128
12.1 Ontdooien in het koelvak. .... 128
12.2 Ontdooien in het vriesvak .... 128
13 Reiniging en onderhoud ........ 128
13.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging........................ 128
13.2 Apparaat schoonmaken ....... 128
13.3 Onderdelen eruit halen......... 129
14 Storingen verhelpen .............. 130
14.1 Stroomuitval.......................... 133
15 Opslaan en afvoeren.............. 133
15.1 Apparaat buiten gebruik
stellen ................................... 133
15.2 Afvoeren van uw oude ap-
paraat ................................... 133
16 Servicedienst.......................... 134
16.1 Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD) ......... 134
17 Technische gegevens............ 134
nl
111