8 De nauwkeurigheid van het apparaat controleren
De nauwkeurigheid van de laserstraal moet regelmatig worden gecontroleerd. Hiervoor is een
vrij meettraject van 10 m noodzakelijk. De controle gebeurt in twee controlestappen.
Controlestap 1
• Plaats de X-Liner 5.2 zoals hiernaast is afgebeeld.
• Schakel op de X-Liner 5.2 de horizontale straal in.
• Markeer punt A op de laserlijn.
• Draai de X-Liner 5.2 180° en markeer punt B op de
laserlijn.
Controlestap 2
• Plaats de X-Liner 5.2 zoals hiernaast is afgebeeld.
• Richt de X-Liner 5.2 op de markering B.
• Draai de X-Liner 5.2 180°.
• Meet de loodrechte afstand H tussen de markering A
en de laserlijn C*.
• Als de gemeten afstand H tussen markering A en de
laserlijn C* < 6 mm bedraagt, bevindt de X-Liner 5.2
zich binnen de toleranties.
* De laserlijn C kan zowel boven als onder de markering
A liggen.
Opmerking: Ligt de loodrecht gemeten afstand H tussen markering A en de laserlijn C buiten
het tolerantiebereik, dan moet de X-Liner 5.2 door een erkende klantenservice of door NEDO
gecontroleerd worden.
9 Verhelpen van storingen
Opmerking:
Indien de storing niet met behulp van de uitgevoerde maatregelen kan worden verholpen, moet
de X-Liner 5.2 door een erkende klantenservice of door NEDO gecontroleerd worden.
Storing
Na het indrukken van de
schakelaar van het apparaat
wordt geen horizontale
laserlijn geprojecteerd.
Na het indrukken van de
schakelaar van het apparaat
in stand 1 knippert de laserlijn.
Gebruiksaanwijzing X-Liner 5.2
Oorzaak
Geen voedingsspanning
Onvoldoende
voedingsspanning
Het apparaat valt buiten de
toleranties voor het
automatisch waterpas zetten
Remedie
Batterijen plaatsen
Batterijen vervangen
De X-Liner 5.2 binnen de
toleranties voor het
automatisch waterpas zetten
van ±4° opnieuw uitlijnen.
www.rusgeocom.ru
NL
25