6. BIJLAGEN (vervolg)
Probleem
Inlaat watertemperatuur sensor fout
Uitlaat watertemperatuur sensor fout
Omgevingstemperatuursensor fout
Ontdooisensor fout
Defect aspiratiesonde compressor
Defect weerstand 6,8 kΩ
Defect aanzuigsonde Compressor
Overdrukbescherming
Onderdrukbescherming
Debietmeter fout
Temperatuurverschil tussen Aanvoer/
Afvoer > 13°C
Antivriesbescherming Koude Modus
Debietmeter fout
Antivriesbescherming van niveau 1
Antivriesbescherming van niveau 2
Defect druksensor
Foutcodes
Omschrijving
P01
P02
P04
P05
De sensor is open of in kortsluiting
P07
P09
P081
E01
De sensor is open of in kortsluiting
E02
De sensor is open of in kortsluiting
E03
De sensor is open of in kortsluiting
E06
Alleen in Koude modus toepasbaar
E07
Temperatuur waterafvoer < 4°C
Geen communicatie tussen de
E08
elektronische moederkaart en de
Inverter kaart
< 2°C Watertemperatuur < 4° en
E19
luchttemperatuur < 0°
Watertemperatuur < 2° en
E29
luchttemperatuur < 0°
PP
De sensor is open of in kortsluiting
Oplossing
De AI/DI06 aansluiting op de kaart
controleren of de sensor vervangen
De AI/DI07 aansluiting op de kaart
controleren of de sensor vervangen
De AI/DI09 aansluiting op de kaart
controleren of de sensor vervangen
De AI/DI08 aansluiting op de kaart
controleren of de sensor vervangen
De AI/DI05 aansluiting op de kaart
controleren of de sensor vervangen
De AI/DI11 aansluiting op de kaart
controleren of de sensor vervangen
De AI/DI12 aansluiting op de kaart
controleren of de sensor vervangen
De AI/DI14 aansluiting op de kaart
controleren of de sensor vervangen
Waterdebiet controleren
Waterdebietdetector controleren
Opening van de kleppen controleren
Bypass controleren
De verdamper op vervuiling controleren
Te hoge watertemperatuur
Probleem met niet-condenseerbare
stoffen, verwijder vloeistof en lucht uit
het koelcircuit
Te veel vloeistof aanwezig, verwijder de
vloeistof in een fles
De AI/DI03 aansluiting op de kaart
controleren of de sensor vervangen
Controleer de lagedrukregelaar en de
druk van het koelcircuit om na te gaan
of er een lek is.
Te laag luchtdebiet, de rotatiesnelheid
van de ventilator controleren
De verdamper op vervuiling controleren
De AI/DI02 aansluiting op de kaart
controleren of de sensor vervangen
Te weinig water, de werking van de
filterpomp controleren
Opening van de stopkleppen
controleren
Bypass controleren
Te weinig water, de werking van de
filterpomp controleren
Opening van de stopkleppen
controleren
Bypass controleren
De warmtepomp stoppen, de condensor
leegmaken, risico op bevriezing
De aansluitingen controleren, zie
elektrisch schema
Schakel de warmtepomp uit, maak
de condensor leeg om bevriezing te
voorkomen, de pomp start standaard de
filterpomp om bevriezing te voorkomen
Schakel de warmtepomp uit, maak
de condensor leeg om bevriezing te
voorkomen, de pomp start standaard
de filterpomp en de warmtepomp om
bevriezing te voorkomen.
De aansluitingen controleren (zie
elektrisch schema)
39