rechts te verplaatsen.
4. Scannen activeren: Wordt automatisch geac-
tiveerd zodra de pen in contact komt met het
papier. Activeert scannen en schakelt de
scanlamp in.
5. Scherm: Het beeldscherm van het apparaat.
6. Mic: Wordt gebruikt wanneer de tekst hardop
wordt voorgelezen. Gedempt wanneer er een
hoofdtelefoon is aangesloten.
7. Luidspreker: Wordt gebruikt om een spraakme-
mo op te nemen.
8. Menuknop: Druk op deze knop om het context-
menu weer te geven (vergelijkbaar met de
rechtermuisklik op pc).
9. Scanvenster: Plaatst de tekst die moet worden
gescand in een kader.
10. Hoofdtelefoonaansluiting: Een standaard 3,5
mm hoofdtelefoonaansluiting. De luidspreker is
gedempt wanneer er een hoofdtelefoon is
aangesloten.
11. Micro-USB-aansluiting: Wordt gebruikt om op te
laden. Om op te laden, aansluiten op een
USB-oplader of op de USB-poort van de comput-
er.
12. Resetknop: Als je op deze knop drukt, wordt het
apparaat gereset. We raden je aan deze knop
alleen te gebruiken als het apparaat niet goed
kan worden uitgezet.
(66)