GEBRUIKERSHANDLEIDING
Achter de klep op de voorzijde van het toestel zijn de
knoppen aangebracht waarmee het toestel kan worden
bediend.
Aansteken
De druktoets A (symbool
indrukken en ingedrukt houden.
Daarna tevens de ontsteektoets E
(symbool
) één of twee maal
indrukken waardoor de waakvlam-
brander ontstoken wordt.
Controleer of de waakvlam brandt.
(achter het glasraampje aan de voor-
zijde). Indien de waakvlam brandt, de
druktoets A nog ca. 10 sec. geheel
ingedrukt houden. Daarna toets A
loslaten en controleren of de waak-
vlam blijft branden. Afhankelijk van
de stand van de thermostaatknop D en de kamertempera-
tuur kan de hoofdbrander onmiddellijk na het loslaten van
toets A door de waakvlam ontstoken worden.
Temperatuur regelen
De stand van de thermostaatknop D bepaalt de tempera-
tuur in de kamer. Stand 7 (met 7 tegenover het indicatie-
punt C) geeft de hoogste temperatuur en stand 1 de laagste.
De thermostaat regelt modulerend tussen "volstand" en
"kleinstand" van de brander en bij een kleine warmtebe-
hoefte tussen "kleinstand" en "N".
De thermostaat houdt de kamer automatisch op de
gewenste ingestelde temperatuur.
Het is geen enkel bezwaar om het toestel 's nachts te
laten doorbranden; het is volledig beveiligd.
De thermostaat is voorzien van een vorstbeveiliging. Dit is
stand N op de thermostaatknop D. Bij een omgevingstem-
peratuur van onder de 10ºC wordt het ventiel automa-
tisch geopend, waardoor het toestel de ruimte verwarmd
tot 10ºC. Indien dit niet gewenst is, dient het toestel uit-
geschakeld te worden
Uitschakelen
Druktoets B (met symbool o ) indrukken. De gastoevoer
naar de hoofd- en de waakvlambrander is dan gesloten.
)
E
B
A
C
D
GEBRUIKERSHANDLEIDING
5
STYLE