3
Reiniging en onderhoud
3.1 Reiniging
1. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
2. Laat het apparaat volledig afkoelen.
3. Volg stappen 2 - 12 in het deel over het eerste gebruik (
apparaat te reinigen.
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.
• Gebruik een vochtige zachte doek en een beetje mild
schoonmaakmiddel om het apparaat te reinigen.
Waarschuwing
• Dompel de kan (4) en de motoreenheid (7) niet onder in
water. U kunt deze schoonvegen met een vochtige doek.
• Gebruik nooit benzine, oplosmiddelen of schuurmiddelen,
metalen voorwerpen of harde borstels om het apparaat
schoon te maken.
Raak de messen niet met blote handen aan. De messen
•
zijn zeer scherp. Gebruik een borstel!
3.2 Opslag
Als u van plan bent het apparaat gedurende een lange periode niet
•
te gebruiken, berg het dan zorgvuldig op.
Trek de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat volledig
•
afkoelen voordat u het opbergt.
Bewaar het apparaat en zijn accessoires in de oorspronkelijke ver-
•
pakking.
Bewaar het op een koele, droge plaats.
•
) om het
145 / NL