NO HALLSENSOR
ARM (GEEN
F07
HALL-SENS.
DIEPTE MOTOR)
TRAVEL MOTOR
OVERLOADED
F08
(LANGBEW.
MOTOR
OVERBELAST)
DEPTH MOTOR
OVERLOADED
F09
(DIEPTE MOTOR
OVERBELAST)
BLADE JAM
F10
(BLAD
VASTGELOPEN)
GROUND FAULT
OR NO SAW
F11
HEAD
(AARDFOUT OF
GEEN ZAAGKOP)
NON-
COMPATIBLE
F12
SAW UNIT
(INCOMPATIBELE
ZAAGUNIT)
NO CONTACT
CHECK CAN-
CABLE (GEEN
F13
CONTACT
CONTROLEER
CAN-KABEL)
NO RADIO
F14
CONTACT (GEEN
RADIOCONTACT)
NO DSP
F15
RESPONSE
ONDERHOUD
Storing op HALL-
sensorkaart voor diepte-
invoer
Langsbeweging motor
overbelast.
Diepte motor overbelast
Blad kan niet draaien.
Onjuiste aarding van
krachtbron/zaag of geen
zaagunit aangesloten op
de krachtbron.
Verkeerde zaagunit
aangesloten op de
krachtbron.
Geen contact tussen de
aandrijfunit en de
afstandsbediening
Geen radiocontact
tussen de
afstandsbediening en de
aandrijfunit.
Interne fout in de
aandrijfunit.
Breng het apparaat naar een erkende servicewerkplaats.
Draai de hendel naar positie "0" om te resetten. Als de
foutmelding opnieuw verschijnt, kan dit betekenen dat het
diamantgereedschap niet scherp genoeg is of dat de
zaagslede niet correct is afgesteld. Daarnaast moet u de
aandrijftandwielen smeren en de rails reinigen. Als deze
maatregelen niet helpen, moet u de apparatuur naar een
erkende Husqvarna servicewerkplaats brengen.
Draai de hendel naar positie "0" om te resetten. Als de
foutmelding opnieuw verschijnt, kan dit betekenen dat het
diamantgereedschap niet scherp genoeg is of dat de
zaagslede niet correct is afgesteld. Daarnaast moet u de
aandrijftandwielen smeren en de rails reinigen. Als deze
maatregelen niet helpen, moet u de apparatuur naar een
erkende Husqvarna servicewerkplaats brengen.
Verwijder het blad uit de zaagsnede en start de bladrotatie.
Controleer de ingaande elektrische aansluiting op de
krachtbron en controleer of de zaagunit is aangesloten op
de krachtbron. Als dit niet helpt, moet u de apparatuur naar
een erkende Husqvarna servicewerkplaats brengen.
Sluit een compatibele zaagunit aan op de krachtbron.
Vervang de CAN-kabel.
Controleer of de krachtbron is geactiveerd en of het
groene indicatielampje brandt. Als dit niet helpt, moet u de
apparatuur naar een erkende Husqvarna
servicewerkplaats brengen. De machine kan worden
gebruikt met de CAN-kabel tussen de krachtbron en de
afstandsbediening.
Breng het apparaat naar een erkende servicewerkplaats.
Dutch – 21