11 PROBLEMEN OPZOEKEN
Storing
De motor draait, maar het apparaat
zuigt geen water aan
De motor start niet
Onvoldoende waterdebiet
De thermostaat schakelt het
apparaat uit
Het apparaat wordt continu in- en
NL
uitgeschakeld
Het apparaat werkt continu
NL
© 2017 Nederlands
Mogelijke oorzaak
1) Het pomphuis (A4) is vóór de inwerkingstelling niet gevuld
met water.
2) De zuigleiding is niet hermetisch afgesloten.
3) Het aanzuigrooster van het bodemventiel is verstopt.
4) De lucht kan niet ontsnappen uit de perszijde omdat het
aanzuigpunt gesloten is.
5) U heeft niet lang genoeg gewacht.
6) Aanzuighoogte te hoog.
7) Zuigleiding niet ondergedompeld in het water.
1) Geen netspanning.
1) Hoge aanzuighoogte en/of prevalentie.
2) Aanzuigrooster van bodemventiel verstopt.
3) Het waterniveau in het aanzuigpunt daalt snel.
4) Het debiet van het apparaat neemt af door de aanwezigheid
van vreemde bestanddelen.
1) Motor overbelast door de wrijving van vreemde bestanddelen
tegen de waaier.
Drooglopen of onvoldoende waterstroom.
2) Drooglopen.
1) Geen terugslagklep in de zuigleiding, terugstroom van water
uit de zuigleiding.
2) Rubberen membraan in de tank (A10) defect.
3) Geen luchtdruk in de tank.
4) Perszijde niet waterdicht.
1) De door de pressostaat ingestelde uitschakeldruk is te hoog.
2) De perszijde is niet waterdicht.
1) Vul het pomphuis (A4, zie paragraaf 6.3).
2) Controleer of de aanbevolen accessoires worden gebruikt;
controleer de hermetische afsluiting van de zuigleiding; gebruik
teflon tape op de schroefdraad.
3) Reinig het bodemventiel en het aanzuigrooster.
4) Open, tijdens het aanzuigen de zuigopeningen
(waterkraan, flexibele leiding).
5) Vul de zuigleiding helemaal met water, wacht tot 7 minuten na
het inschakelen van het apparaat.
6) Verminder de aanzuighoogte (max. 8 m).
7) Controleer het waterniveau in de put of tank; verleng indien
mogelijk de zuigleiding.
1) Controleer de spanning, steek de stekker (A12) in het
stopcontact.
1) De aanzuighoogte, prevalentie en externe componenten
verminderen het debiet! Dit is geen storing.
2) Reinig het aanzuigrooster.
3) Dompel het bodemventiel dieper in het water.
4) Reinig het pomphuis (A4) met een waterstraal door de
zuigaansluiting (A1) en persaansluiting (A2). Laat het apparaat
eventueel controleren bij de klantenservice. Gebruik een voorfilter
als het apparaat geen ingebouwd voorfilter (A1 b) heeft.
1) Reinig de binnenkant van het pomphuis (A4) met een waterstraal
door de persaansluiting (A2), laat de thermostaat circa 1 uur
lang afkoelen. Laat het apparaat eventueel controleren bij de
klantenservice.
2) Controleer op de aanwezigheid van water, laat de thermostaat
ongeveer 1 uur lang afkoelen. Laat het apparaat eventueel
controleren bij de klantenservice.
1) Controleer of aan de zuigzijde een bodemventiel of tussenliggend
ventiel is geïnstalleerd.
2) Vervang de rubberen membraan of de tank. Wendt u zich tot de
klantenservice.
3) Vul de tank (A10) via het bijbehorende ventiel (A9) met lucht tot
1,5 bar (zie Onderhoud).
4) Sluit de perszijde waterdicht af, controleer de hermetische
afdichting van de installatie.
1) Informeer de klantenservice, en laat de uitschakeldruk afstellen.
2) Sluit de perszijde waterdicht af, gebruik teflon tape op de
schroefdraad.
168 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
Oplossing