Dynamische Uitlijning - Össur PRO-FLEX XC Notice D'utilisation

Gewicht kg 45-52
Niveau met
1
Lage Impact
Gemiddeld
1
Impactlevel
Hoog
2
Impactlevel
• Schoenmaat 22-30
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Let op: Stelling die de gebruiker waarschuwt voor een mogelijk
probleem met het apparaat door ge- of misbruik.
Voorzorg: Moet worden genomen om risico te vermijden
Opmerking: De mogelijkheid op technische schade of storingen van
het apparaat.
Let op: Zorg ervoor dat de gebruiker weet dat als hij/zij een verandering
van de functie of uitlijning van het apparaat voelt/opmerkt, hij/zij contact
opneemt met de zorgprofessional. Dit opvallende verlies van
functionaliteit kan het gevolg zijn van verminderde stijfheid of
verminderde ondersteuning.
Opmerking: De voet is ontworpen voor gebruik met spectra sokken en
voetovertrekken.
BANKUITLIJNING (Af beelding 4)
• Plaats een spectra sok en de geselecteerde voetovertrek.
• Pas de hielhoogte naar wens aan (gebruik de schoen).
• Introduceer de gewenste gewrichtshoeken: flexie/extensie en
abductie/adductie.
• Verdeel de voetovertrek in 3 gelijke delen.
• De belastingslijn moet in het middelste deel vallen op de 1/3-lijn, of
licht anterieur.

DYNAMISCHE UITLIJNING

De voetovertrek geeft progressieve energie-opslag tijdens de gehele
standfase en krachtige afzet aan het einde van de standfase. Daarom is
de verwachting dat onder belasting de belastingslijn anterieur zal
verschuiven naar de 1/3-lijn. De hiel-teenactie kan worden beïnvloed
door:
• Schoenprestatie
• A-P positionering van de voet
• Dorsi-plantairflexie
HIELSTIJFHEID
Hiel te zacht
Symptomen
• De voet komt te vroeg in een platte positie (de geamputeerde heeft
het gevoel dat hij in een gat zakt).
• Extra energie is nodig om omhoog, over de teen te klimmen.
• De teen voelt te stijf aan.
• De knie kan te ver doorstrekken.
Remedie
• Verschuif de koker verder naar voren (of de voet naar achteren)
53-59 60-68 69-77
1 2
2 3
3 4
78-88 89-100
3 4 5
4 5 6
5 6 7
101-116 117-130 131-147
6 7
7 8
8 9 N/A
148-166
8 9
9 N/A
N/A
46